Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aansluiting Van Een Datalogger; Aansluiting Van Een Externe Alarminrichting; Aansluiting Van Een Toonfrequentontvanger - Delta M125HV 110 Series Installatie En Gebruikshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

5 Installatie plannen
Apparaatcommunicatie en installatiebewaking

5.7.4 Aansluiting van een datalogger

LET OP
Ongewenste stroom.
Wanneer meerdere omvormers via RS485 met
elkaar zijn verbonden, kan bij enkele installatie-
varianten ongewenste stroom vloeien.
► GND en VCC niet gebruiken.
► Wanneer de kabelafscherming als bescher-
ming tegen blikseminslag moet worden
gebruikt, hoeft slechts één behuizing van
de omvormers in de RS485-serie geaard te
worden.
De omvormer kan via RS485 op een datalogger worden aange-
sloten, bijvoorbeeld om het zonnestroomsysteem te bewaken of
de instellingen op de omvormer te wijzigen.
Voor de gegevensoverdracht wordt het SUNSPEC-protocol met
Modbus RTU gebruikt.
Meerdere omvormers kunnen in serie op de datalogger worden
aangesloten.
Voor een stabiele gegevensverbinding moeten de volgende aan-
bevelingen in acht worden genomen.
Aansluiting van een enkele omvormer op een datalogger
► Schakel de RS485-afsluitweerstand in.
► Leg de kabel op voldoende afstand tot de AC-kabel en DC-
-kabels om storingen in de dataverbinding te voorkomen.
Aansluiting van meerdere omvormers op een datalogger
► Schakel op de laatste omvormer in de serie de RS485-af-
sluitweerstand in.
► Als de datalogger geen interne RS485-afsluitweerstand
heeft, schakelt u de RS485-afsluitweerstand op de eerste
omvormer in de serie eveneens in.
► Schakel op alle andere omvormers de RS485-afsluitweer-
stand uit (standaardinstelling).
► Op elke omvormer moet een andere omvormer-ID zijn in-
gesteld. Anders kan de datalogger de afzonderlijke omvor-
mers niet identificeren.
► Stel op elke omvormer dezelfde baudsnelheid voor RS485
in (standaard: 19200).
► Leg de kabel op voldoende afstand tot de AC-kabel en DC-
-kabels om storingen in de dataverbinding te voorkomen.
46

5.7.5 Aansluiting van een externe alarminrichting

De omvormer heeft twee multifunctionele relais, op elk waarvan
een externe akoestische of optische alarminrichting kan worden
aangesloten.
Na de inbedrijfstelling kan met de Delta Service Software een
gebeurtenis worden toegewezen aan de potentiaalvrije contac-
ten.
De Delta Service Software kan via www.solar-inverter.com wor-
den gedownload.
Gebeurtenis
Beschrijving
Gedeactiveerd De functie is gedeactiveerd.
Op net aan-
De omvormer heeft verbinding gemaakt met
gesl.
het net.
Defecte ven-
De ventilatoren zijn defect.
tilatoren
Isolatie
De isolatietest is mislukt.
Er is een foutgebeurtenis, foutmelding of
Alarm
waarschuwing verzonden.
Storing
Er is een foutgebeurtenis verzonden.
Fout
Er is een foutmelding verzonden.
Er is een waarschuwing verzonden.
Waarschuwing
Tab. 5.9.: Gebeurtenissen waarbij een externe alarminrichting
kan worden geactiveerd
De standaardinstelling voor beide relais is Uitgeschakeld.
5.7.6 Aansluiting van een toonfrequentontvan-
ger
Op de digitale ingangen kan een toonfrequentontvanger worden
aangesloten.
Pin-toewijzing
Pin
Aandui-
Kortsluiten Toegewezen actie
ding
1
V1
-
2
K0
V1 + K0
3
K1
V1 + K1
4
K2
V1 + K2
5
K3
V1 + K3
6
K4
V1 + K4
7
K5
V1 + K5
8
K6
V1 + K6
Tab. 5.10.: Pinbezetting van de digitale ingangen voor de aanslui-
ting van een toonfrequentontvanger
Installatie- en gendleiding M125HV EU V3 NL 2021-07-12
-
Externe uitschakeling (EPO)
Maximaal actief vermogen
tot 0% begrensd
Maximaal actief vermogen
tot 30 % begrensd
Maximaal actief vermogen
tot 60 % begrensd
Maximaal actief vermogen
tot 100 % begrensd
Gereserveerd
Gereserveerd

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

M125hv 111 seriesRpi124m110000Rpi124m111000

Inhoudsopgave