Voor schade die ontstaat door het niet in acht nemen van het handboek aanvaardt ABB geen aansprakelijkheid. Als u meer informatie nodig heeft of vragen heeft over het apparaat, wendt u zich tot ABB of bezoekt ons op internet: www.BUSCH-JAEGER.com Handleiding 2273-1-8841 │3...
Toch bestaan er restrisico's. Om gevaren te vermijden, dient u de veiligheidsinstructies te lezen en op te volgen. Voor schade die ontstaat door het niet in acht nemen van de veiligheidsinstructies aanvaardt ABB geen aansprakelijkheid. Gebruikte aanwijzing en symbolen De volgende aanwijzingen wijzen op bijzondere gevaren in de omgang met het apparaat of geven nuttige aanwijzingen.
Ieder gebruik dat niet wordt genoemd in Hoofdstuk 2.2 “Beoogd gebruik“ op pagina 5 geldt als niet beoogd en kan leiden tot letsel en materiële schade. ABB is niet aansprakelijk voor schade die door niet beoogd gebruik van het apparaat ontstaat. Het risico draagt uitsluitend de gebruiker / exploitant.
Veiligheid Doelgroep / personeelskwalificatie 2.4.1 Bediening Voor de bediening van het apparaat is geen speciale kwalificatie nodig. 2.4.2 Installatie, inbedrijfname en onderhoud De installatie, inbedrijfname en het onderhoud van het apparaat mogen uitsluitend worden uitgevoerd door erkende elektrotechnische installateurs. De elektrotechnische installateur moet dit handboek gelezen en begrepen hebben en de instructies opvolgen.
Veiligheid Veiligheidsinstructies Gevaar – Elektrische spanning! Elektrische spanning! Levensgevaar en brandgevaar door elektrische spanning van 230 V. Bij direct of indirect contact met spanningsgeleidende delen ontstaat een gevaarlijke doorstroming van het lichaam. Elektrische schok, brandwonden of de dood kunnen het gevolg zijn. Werkzaamheden aan het 230V-net mogen uitsluitend worden uitgevoerd ■...
Opmerkingen over milieubescherming Opmerkingen over milieubescherming Milieu Denk aan de bescherming van het milieu! Oude elektrische en elektronische apparaten mogen niet bij het huishoudelijke afval worden gegooid. – Het apparaat bevat waardevolle grondstoffen die kunnen worden hergebruikt. Geef het apparaat daarom af bij een verzamelpunt voor afgedankte apparatuur.
Opbouw en functie Opbouw en functie Functies Het apparaat is primair bedoeld voor het gebruik met dimbare 230V-LEDi-lampen. Het apparaat werkt naar keuze in faseaansijding of faseafsnijding. Bovendien kan het volgende worden bestuurd: laagvolt-LEDi's op inductieve transformatoren en elektrische LC-transformatoren ■...
Opbouw en functie 4.2.2 Temperatuurbeveiliging Het apparaat is door meerdere temperatuurbeveiligingen (niet resetbaar) beschermd tegen vernietiging door oververhitting. De temperatuurbewaking scheidt het apparaat van het stroomnet voordat de ■ temperatuurgrenswaarden worden overschreden. – De temperatuurbeveiligingen maken deel uit van het apparaat. Als een temperatuurbeveiliging geactiveerd is, moet het apparaat worden vervangen.
Opbouw en functie Soort belastingen Bedrijfsmodus = besturing met faseaansnijding 230 V LEDi Retrofit met inductief voorschakelapparaat Laagvolt-LEDi op inductieve transformatoren L-transformatoren Laagvolt-LEDi op elektronische L-transformatoren Laagspanningshalogeenlampen op inductieve L-transformatoren Laagspanningshalogeenlampen op elektronische LC-transformatoren Tab.1: Belastingen bij de bedrijfsmodus: besturing met faseaansnijding Gebruik uitsluitend L- of LC-transformatoren.
Pagina 14
Technische gegevens Kortsluitbeveiliging: elektronisch Modulebreedte: (TE): (1 TE = 18 mm) Tab.4: Technische gegevens Het aansluitvermogen wordt berekend uit de som van de op de lampen gedrukte waarden voor elektrisch vermogen. Bij laagvolt-halogeenlampen dient u rekening te houden met het vermogensverlies van de transformatoren.
Aansluiting, inbouw / montage Aansluiting, inbouw / montage Maatschetsen Afb. 1: Afmetingen Montage Het apparaat voor montage op DIN-rail mag uitsluitend op DIN-rails volgens DIN EN 500022 / DIN 60715 TH 35 (inclusief industriële uitvoering) worden gemonteerd. Monteren Om het apparaat te monteren gaat u als volgt te werk: –...
Pagina 16
Aansluiting, inbouw / montage Demonteren Voor het demonteren van het apparaat gaat u als volgt te werk: – Druk het apparat naar boven [1] en klap het daarna naar voren [2]. Afb. 3: Losmaken van DIN-rails Handleiding 2273-1-8841 │16...
Aansluiting, inbouw / montage Elektrische aansluiting L (+) N (-) 8 ... 230 V 16 A Afb. 4: Aansluitvoorbeeld: schakeling dimbedrijf Nevenpostbediening met de impulsdrukker op klem 1. L (+) N (-) 8 ... 230 V 16 A Afb. 5: Aansluitvoorbeeld: schakeling met schoonmaakverlichtingsfunctie Schoonmaakverlichting schakelen met een schakelaar op nevenpost-klem 2.
Pagina 18
Aansluiting, inbouw / montage Afb. 6: Aansluitvoorbeeld: schakeling met centraal UIT-functie Centraal UIT-functie met een impulsdrukker op nevenpost-klem 2. Handleiding 2273-1-8841 │18...
Aansluiting, inbouw / montage Derating Tijdens de werking worden de apparaten warm, omdat een deel van het aansluitvermogen als vermogensverlies in warmte worden omgezet. Een verlaging van het aansluitvermogen is altijd noodzakelijk wanneer meerdere dimmers naast elkaar worden geïnstalleerd of andere warmtebronnen een verdere opwarming tot gevolg hebben.
Inbedrijfname Inbedrijfname Bedieningselementen Instelling van de maximale helderheid afhankelijk van de bedrijfsmodus (aangesloten belasting). [2] Instelling van de minimale helderheid (in combinatie met de instelling van de maximale helderheid). Instelling speciale functies (zonder instelling van de minimale helderheid). De instelling van de maximale helderheid blijft daarbij behouden.
Inbedrijfname Bedrijfsindicatie Afb. 9: Bedrijfsindicatie / plaatselijke bediening bedrijfsindicati Status e [1] Rood Na het inschakelen van de netspanning: – De led brandt rood totdat het apparaat geïnitialiseerd en klaar voor gebruik is. Het apparaat bevindt zich in de UIT-toestand. Groen Het apparaat bevindt zich in de AAN-toestand voor LEDi-bedrijf.
Inbedrijfname Bedrijfsmodi Linker instelbereik: Faseafsnijding ■ – R, C, LEDi Rechter instelbereik: Faseaansnijding ■ – L, LC, LEDi De middelste stand is vergrendeld. Daardoor wordt gewaarborgd dat de trimmer altijd in een gedefinieerde stand staat. Fig. 10: Bedrijfsmodus De ingestelde bedrijfsmodus wordt direct door de aangesloten verlichting gesignaleerd. Voor het instellen van de bedrijfsmodus gaat u als volgt te werk: 1.
Inbedrijfname Maximale helderheid Linker instelbereik: Maximale helderheid voor ■ faseafsnijding – R, C, LEDi Rechter instelbereik: Maximale helderheid voor ■ faseaansnijding – L, LC, LEDi De middelste stand is vergrendeld. Daardoor wordt gewaarborgd dat de trimmer altijd in een gedefinieerde stand staat.
Inbedrijfname Minimale helderheid Voor het instellen van de minimale helderheid gaat u als volgt te werk: Stel de minimale helderheid in het instelbereik tussen de vergrendelingen aan de rechter en linker aanslag in. Fig. 12: Instelling minimale helderheid De ingestelde minimale helderheid wordt direct door de aangesloten verlichting gesignaleerd. Voor het instellen van de minimale helderheid gaat u als volgt te werk: 1.
Inbedrijfname Trappenhuisverlichting Trappenhuisverlichtingsfunctie (standaardwaarden) Bij de trappenhuisverlichtingsfunctie kan de maximale helderheid worden ingesteld. ■ Bij de trappenhuisverlichtingsfunctie zijn de inschakeltijden vast ingesteld. ■ Voor de trappenhuisverlichtingsfunctie zijn 2 tijdprofielen beschikbaar. ■ Voor de trappenhuisverlichtingsfunctie kan geen minimale helderheid worden ingesteld. ■...
Pagina 26
Inbedrijfname Afb. 15: Trappenhuisverlichting tijdprofielen Benaming Functie Helderheid Tijd max. Maximale helderheid min. Minimale helderheid De trappenhuisverlichting is tijdens de inschakeltijd met de ingestelde maximale helderheid gedimd. Tijdprofiel 1: ■ – Inschakeltijd t = 120 seconden, dimtijd t = 30 seconden. Tijdprofiel 2: ■...
Bediening Bediening Ruimteverlichting In dit hoofdstuk wordt de bediening van het apparaat voor de besturing van de ruimteverlichting beschreven. Het apparaat is ofwel voor de besturing van een ruimteverlichting of voor de besturing van een trappenhuisverlichting ingericht. Het apparaat wordt bediend als nevenpostbediening via externe impulsdrukkers of schakelaars ter plaatse.
Bediening 8.1.1 Plaatselijke bediening en/of impulsdrukkernevenpost op klem 1 Sluimerfunctie (Snooze): Met de sluimerfunctie dimt het apparaat de verlichting langzaam omlaag en schakelt de verlichting ten slotte uit. De sluimerfunctie starten (het apparaat moet ingeschakeld zijn): ■ – Impulsdrukker twee keer kort indrukken –...
Bediening 8.1.2 Bediening met impulsdrukker / schakelaar op klem 2 Deze functies zijn alleen beschikbaar als ze door de elektrisch installateur bij de installatie zijn ingericht. De inrichting kan indien nodig achteraf nog worden aangepast. Centraal UIT-functie: Deze functie is beschikbaar als meerdere dimmers met klem 2 op de impulsdrukker zijn aangesloten.
Bediening Trappenhuisverlichting In dit hoofdstuk wordt de bediening van het apparaat voor de besturing van de trappenhuisverlichting beschreven. Het apparaat is ofwel voor de besturing van een ruimteverlichting of voor de besturing van een trappenhuisverlichting ingericht. Het apparaat wordt bediend als nevenpostbediening via externe impulsdrukkers of ter plaatse.
Bediening 8.2.1 RESET (apparaat resetten op fabrieksinstellingen) Als het apparaat door een fout uitgeschakeld is, kan het apparaat worden gereset. De rood knipperende led geeft een fout aan. 1. Verhelp de oorzaak van de fout. 2. Reset het apparaat door lang op de impulsdrukker te drukken op de plaatselijke bediening [1].
Pagina 33
Een onderneming van de ABB- Aanwijzing groep Wij behouden ons te allen tijde het recht voor technische wijzigingen en Busch-Jaeger Elektro GmbH wijzigingen van de inhoud van dit Postbus document aan te brengen zonder 6710 BC Ede voorafgaande melding. Bij bestellingen gelden de...