4
Opbouw en functie
4.1
Functies
Het apparaat is primair bedoeld voor het gebruik met dimbare 230V-LEDi-lampen. Het apparaat
werkt naar keuze in faseaansijding of faseafsnijding.
Bovendien kan het volgende worden bestuurd:
laagvolt-LEDi's op inductieve transformatoren en elektrische LC-transformatoren
■
gloeilampen, 230V-halogeengloeilampen en laagvolt-halogeenlampen op inductieve
■
transformatoren en elektronische transformatoren met LC-karakteristiek
Het apparaat wordt als volgt bediend:
als nevenpostbediening met aangesloten schakelaar of impulsdrukker
■
als plaatselijke bediening direct op het apparaat
■
Direct op het apparaat zijn de onderstaande handmatige instellingen mogelijk:
instelling bedrijfsmodi (in combinatie met de instelling van de maximale helderheid)
■
instelling maximale helderheid (in combinatie met de instelling van de bedrijfsmodi)
■
instelling minimale helderheid
■
een profiel voor de trappenhuisverlichtingsfunctie
■
een plaatselijke bediening met impulsdrukker
■
4.2
Veiligheidsfunctie
4.2.1
Kortsluitingsbeveiliging
Het apparaat is met een elektronische zekering beschermd tegen vernietiging door een
korgesloten belasting.
Bij een kortstondige kortsluiting schakelt het apparaat ongeveer 0,5 seconden uit en daarna
■
weer in.
Bij een kortsluiting van de vaste bedrading schakelt het apparaat na 5 seconden blijvend uit.
■
–
Verhelp de kortsluiting en reset het apparaat, zie hoofdstuk 8.2.1 "RESET (apparaat
resetten op fabrieksinstellingen)" op pagina 31. Het apparaat is weer klaar voor gebruik.
LEDi's met inherent aan de constructie hoge terugkerende piekstromen kunnen de
■
elektronische zekering doen activeren, hoewel het maximaal toelaatbare aansluitvermogen
nog niet bereikt is. Daardoor kan het aantal LEDi's dat kan worden aangesloten beperkt zijn.
Langdurige laststromen boven de nominale stroom worden door het apparaat gemeten en
■
leiden tot een uitschakeling van het apparaat.
Handleiding 2273-1-8841
Opbouw en functie
│9