Profielen
(M 4)
U kunt de telefoontonen (bijvoorbeeld het volume van
het belsignaal, de toetstonen, etc.) eenvoudig aanpassen
aan de omgeving.
Het toongeluid en het trilalarm kunnen in elk profiel af-
zonderlijk worden ingesteld.
Er zijn 5 profielen waaronder één profiel dat door de ge-
bruiker kan worden gedefinieerd:
• Normaal
• Vergadering
• Actief
• Auto
• Stil
Een profiel activeren
1.
Druk op
om het hoofdmenu op te roepen.
2.
Druk op
of
druk vervolgens op
3.
Selecteer het profiel dat u wilt activeren door op
of
te drukken, en druk vervolgens op
4.
Druk op
of
druk vervolgens op
Het profiel wordt vervolgens geactiveerd.
63
Profielen
om "Profielen" te selecteren, en
.
om "Activeren" te selecteren, en
.
Opmerking
• Wanneer een profiel is ingesteld, verschijnt in het
standby-scherm het pictogram dat met de profiel-
naam correspondeert:
Normaal:
Vergadering: Voor gebruik wanneer discretie vereist is.
Actief:
Auto:
Stil:
Tip
• U kunt een profiel ook activeren door
2 seconden ingedrukt te houden in plaats van stap 1
en 2 uit te voeren.
Profielen aanpassen
1.
Voer stap 1 en 2 uit onder "Een profiel activeren".
2.
Selecteer het profiel dat u wilt aanpassen door op
.
of
3.
Druk op
druk vervolgens op
4.
Selecteer de instelling die u wilt aanpassen door op
of
Dit is de standaardinstelling (niet
weergegeven in het standby-scherm).
Voor gebruik in een drukke omgeving.
Voor gebruik in de auto (aangeslo-
ten op een headset).
Voor gebruik wanneer stilte vereist is.
Alle geluiden worden onderdrukt
en oproepen worden aangegeven
door het trilalarm.
te drukken, en druk vervolgens op
of
om "Bewerken" te selecteren, en
.
te drukken, en druk vervolgens op
ongeveer
.
.