BIJLAGE C: Verklarende woordenlijst
Draadloze bewegingsmelder: Een passieve infrarode bewegingssensor en een draadloze PowerG zender in gedeelde
behuizing. Nadat beweging is gedetecteerd, verzendt de melder zijn ID code en een alarmsignaal en meerdere
statussignalen naar de centrale. Na de verzending is hij in de stand-by status om nieuwe bewegingen te detecteren.
Draadloze rookmelder: Een gewone rookdetector en een draadloze PowerG zender in een gedeelde behuizing. Nadat
rook is gedetecteerd, verzendt de melder zijn unieke identificatiecode en een alarmsignaal en diverse statussignalen
naar de centrale. Aangezien de rookmelder aan een speciale brandzone is gekoppeld, wordt een rookalarm gegeven.
Geassocieerd: Heeft betrekking op apparaten.
Gebruikercodes: De KP-250 PG2 is ontworpen om uw opdrachten uit te voeren, op voorwaarde dat zij door een
geldige veiligheidstoegangscode worden voorafgegaan.
Onbevoegde personen kennen deze code niet, zodat zij het systeem niet kunnen uitschakelen of omzeilen. Er zijn
echter bepaalde handelingen die zonder een gebruikercode kunnen worden uitgevoerd omdat zij het veiligheidsniveau
van het alarmsysteem niet in gevaar brengen.
Geen alarmzone: Uw installateur kan een zone toewijzen die niet voor alarm bestemd is. Een bewegingsmelder die op
een donkere trap is geïnstalleerd, kan bijvoorbeeld automatisch het licht aandoen als iemand de donkere ruimte
betreedt. Een ander voorbeeld is een aan een zone gekoppelde draadloze zender die het openingsmechanisme van
een hek bedient.
Geforceerde inschakeling: Als één van de systeem zones is verstoord (open), kan het alarmsysteem niet worden
ingeschakeld. Een manier om dit probleem op te lossen is de oorzaak van de zonestoring te vinden en te verwijderen
(deuren en ramen sluiten). Een andere manier om dit op te lossen is een geforceerde inschakeling- een automatische
deactivering van zones die nog steeds verstoord zijn wanneer de uitloopvertraging afgelopen is. Overbrugde zones zijn
niet beveiligd tijdens de inschakelperiode. Zelfs als ze zijn hersteld naar normaal (gesloten), blijven overbrugde zones
onbeveiligd totdat systeem wordt uitgeschakeld.
Toestemming voor "GEFORCEERD AAN" wordt door de installateur ingevoerd of geweigerd wanneer hij het systeem
programmeert.
Herstel: Als een detector van de alarmstatus naar de gewone stand-by status overgaat, is hij "hersteld".
Een bewegingsmelder wordt automatisch hersteld nadat een beweging is gedetecteerd; hij kan onmiddellijk weer
detecteren. Deze vorm van "herstel" wordt niet gerapporteerd aan de responders op afstand.
Een magneetcontact herstelt zich alleen als de beveiligde deur of het raam wordt gesloten. Deze vorm van "herstel"
wordt wel gerapporteerd aan de responders op afstand.
INGESCHAKELD: Dit type van inschakeling wordt gebruikt wanneer de beschermde site volledig wordt verlaten. Alle
zones, zowel binnenshuis als omtrek, zijn beveiligd.
Inschakelen: Het alarmsysteem inschakelen is een actie waarbij een alarm afgaat als een zone wordt "verstoord" door
een beweging of bij het openen van een deur of raam. De centrale kan worden ingeschakeld in verschillende modi (zie
INGESCHAKELD, DEEL, ONMIDDELLIJK en KINDZENDER).
Kindzender: De modus kindzender is een speciale inschakelmodus waarmee gebruikers van een kindzender een
'kindzenderbericht' naar een telefoon sturen wanneer ze het systeem uitschakelen.
Als bijvoorbeeld ouders zeker willen zijn dat hun kind uit school is teruggekomen en het systeem heeft uitgeschakeld.
Inschakelen met kindzender is alleen mogelijk als het systeem in de modus INGESCHAKELD is.
Lokatie: Het toewijzen van een benoemde lokatie aan een apparaat (bijv. Garage, Voordeur, enz.).
Melder: Het apparaat dat een alarm verstuurt, dat communiceert met het systeem (bijv. Volgende PG2 is een
bewegingsmelder, SMD-426 PG2 is een rookmelder).
Responder op afstand: Een responder is een professionele service provider waar de huiseigenaar of bedrijfseigenaar
zich op inschrijft (een Meldkamer), of een verwant/vriend die tijdens de afwezigheid van de gebruikers op de beveiligde
site wil letten. De centrale meldt events per telefoon aan beide soorten responders.
Sensor: Het detecterende element: pyro-elektrische sensor, fotodiode, microfoon, optische rooksensor enz.
Signaalsterkte: De kwaliteit van de communicatielink tussen de systeemcomponenten en de centrale.
Standaardinstellingen: Instellingen die van toepassing zijn voor een bepaalde groep apparaten.
Status: INGESCHAKELD, DEEL, INGESCHAKELD-ONMIDDELLIJK, DEEL-ONMIDDELLIJK, KINDZENDER,
GEFORCEERD, OVERBRUGGEN.
86
D-305376 KP-250 PG2 Installatiehandleiding