Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Olie Van Planeetwielaandrijving Controleren; Smeer Van De Achteras Controleren; Bandenspanning Controleren; Contact Tussen Snijplaat En Messenkooi Controleren - Toro Reelmaster 6500-D Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Reelmaster 6500-D:
Inhoudsopgave

Advertenties

Olie van planeetwielaandrijving
controleren
Controleer het oliepeil als er olie naar buiten lekt. Gebruik
hoogwaardige SAE 85W-140 tandwielolie om de olie te
verversen.
De inhoud van het systeem is 0,47 liter.
1. Plaats de machine op een horizontaal vlak en zet het
wiel in een zodanige positie dat de controle-/aftapplug
(Fig. 19) op twee uur of tien uur staat.
2. Verwijder de plug op de planeetwielaandrijving
(Fig. 19) en controleer de plug op de achterkant van de
rem (Fig. 20). De olie moet tot aan de onderkant van de
opening van de controleplug op de voor- en achterkant
van de rem staan.
3. Giet indien nodig tandwielolie in de opening in de
planeetwielaandrijving totdat de olie het juiste peil heeft
bereikt. Plaats de plug.
4. Herhaal stappen 1–3 bij het tegenover gelegen
tandwielsysteem.
1
Figuur 19
1. Controle-/aftapplug
Figuur 20
1. Remkast
2
1
2. Plaats van controleplug
22
Smeer van de achteras
controleren
(uitsluitend bij Modelnr. 03807)
De achteras is in de fabriek gevuld met SAE 85W-140
tandwielolie. U moet echter het peil controleren voordat u
de machine voor de eerste keer in gebruik neemt en daarna
om de 400 bedrijfsuren. De inhoud is 2,4 liter. Controleer
elke dag op lekkages.
1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.
2. Verwijder de controleplug (Fig. 21) van een uiteinde
van de as en controleer of het tandwielsmeer tot aan de
onderkant van de opening komt. Indien het peil te laag
staat, verwijdert u de vulplug (Fig. 21) en vult u
voldoende tandwielolie bij totdat het peil de onderkant
van de opening van de controleplug bereikt.
1
Figuur 21
1. Controleplug

Bandenspanning controleren

De banden worden in de fabriek opzettelijk te hard
opgepompt. U moet daarom voor gebruik wat lucht laten
ontsnappen om de luchtdruk te verminderen. De juiste
bandenspanning voor de voor- en achterbanden is
103–138 kPa (15–20 psi).
Belangrijk
Zorg ervoor dat alle banden steeds de juiste
bandenspanning hebben; hierdoor kan de machine optimale
maaiprestaties leveren en goed functioneren. Pomp de
banden niet te zacht op.
Contact tussen snijplaat en
messenkooi controleren
Elke dag voordat u gaat maaien moet u het contact tussen
de snijplaat en de messenkooi controleren, ongeacht of de
maaikwaliteit bij een eerdere maaibeurt aanvaardbaar is
geweest. Er moet over de volle lengte een licht contact
tussen de messenkooi en de snijplaat zijn (zie Contact
tussen snijplaat en messenkooi afstellen in de
Gebruikershandleiding voor Maaidekkken).
2
2. Vulplug

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

0380603807

Inhoudsopgave