De mogelijkheden van de printer regelen vanuit de printerdriver
De instellingsmethode en de namen van de afdrukomstandighedenitems kunnen verschillen
afhankelijk van de versie van het besturingssysteem, de versie van de printerdriver, en de
gebruikte softwareprogramma's. Om deze instellingen te veranderen, gebruikt u het Archief-menu
van het softwareprogramma.
Papierinstelling:
1. Kies 'Pagina-instelling' uit het 'Archief' menu van de Finder.
•
Het onderstaande venster zal worden afgebeeld.
2. Maak de gewenste instellingen.
•
Het papierformaat, de verkleinings-/vergrotingsfactor en de afdrukstand kunnen worden ingesteld.
3. Klik op de 'OK' knop.
Afdrukomstandigheden:
1. Kies 'Print' uit het 'Archief' menu van het softwareprogramma.
(Het afgebeelde venster verschilt afhankelijk van de versie van het besturingssysteem, de versie
van de printerdriver, en de gebruikte softwareprogramma's.)
2. Maak de gewenste instellingen.
•
Het aantal kopieën, het paginabereik, enz., kunnen worden ingesteld.
3. Klik op de 'Print' knop.
Downloaded from:
http://www.usersmanualguide.com/
12