Pagina 20
6.2 Filter (code ACEF)
Gebruik en onderhoud
Envistar Compact
DSEC191101.01.nl-BE
Filter
Luchtfilters in een luchtbehandelingsinstallatie moeten voorkomen dat stof en
deeltjes in het gebouw komen. Zij moeten ook de gevoelige onderdelen van de
unit, zoals wisselaars en warmtewisselaar, beschermen tegen vervuiling.
Het scheidingseffect kan sterk variëren afhankelijk van het filtertype. Ook het
vermogen om stof te verzamelen kan sterk verschillen. Daarom is het belangrijk
om bij het vervangen een filter te gebruiken van dezelfde kwaliteit en capaciteit.
Volgens de richtlijnen voor hygiëne-uitvoering VDI 6022 Deel 1: Toevoerluchtfil-
ters moeten klasse ePM1-50% (F7) of een hoger scheidend vermogen hebben.
De filters zijn bedoeld voor eenmalig gebruik. Als de filters verstopt raken, neemt
de capaciteit van de unit af. De filters moeten daarom worden vervangen als de
drukval over het filter hoger wordt dan de opgegeven einddrukval.
Het is belangrijk dat de unit wordt gestopt tijdens vervangen van de filters zodat
loskomend stof niet in de unit wordt gezogen. Daarom moeten tijdens het ver-
vangen ook de filteronderdelen worden schoongemaakt.
Continue productontwikkeling kan leiden tot veranderingen zonder voorafgaande kennisgeving.