Nadere bijzonderheden over het programmaverloop
Doseren
Wassen en ver-
warmen
Afvoer met bewe-
ging
Centrifugeren
Bevestig uw keuze door op de sensortoets
Als er een hogere waarde wordt ingesteld, worden de lagere waar-
des niet meer weergegeven.
Druk op de sensortoets
Het wasprogramma wordt gestart of voortgezet.
De dosering van de verschillende doseerpompen kan worden inge-
steld.
Deze functie is alleen mogelijk als in het exploitatieniveau de con-
nectorbox, de doseerpompen en de automatische dosering zijn ge-
selecteerd (zie het hoofdstuk "Exploitatieniveau").
Druk op de functietoets Doseren.
Kies de gewenste doseerpomp en de gewenste dosering, bijv.
50 ml
.
Bevestig uw keuze door op de sensortoets Uitvoeren te drukken.
Druk op de sensortoets
Het wasprogramma wordt gestart of voortgezet.
U kunt het toerental, ritme en de temperatuur instellen.
Druk op de functietoets
Kies de gewenste instellingen.
Bij de meerkeuzemogelijkheid verschijnt de gekozen instelling in de
kleur oranje.
Bevestig uw keuze door op de sensortoets
Druk op de sensortoets
Het wasprogramma wordt gestart of voortgezet.
U kunt het afvoertraject, toerental en ritme instellen.
Druk op de functietoets
Kies de gewenste instellingen.
Bij de meerkeuzemogelijkheid verschijnt de gekozen instelling in de
kleur oranje.
Bevestig uw keuze door op de sensortoets
U kunt het toerental instellen.
Druk op de functietoets
Kies de gewenste waarde.
Bevestig uw keuze door op de sensortoets
Druk op de sensortoets
Het wasprogramma wordt gestart of voortgezet.
Uitvoeren
Start/Stop
.
Start/Stop
.
Wassen en verwarmen
Uitvoeren
Start/Stop
.
Afvoer met beweging
Uitvoeren
Centrifugeren
.
Uitvoeren
Start/Stop
.
te drukken.
D1
.
te drukken.
.
te drukken.
te drukken.
39