te voorkomen. Mensen met dergelijke apparaten dienen zich aan
het volgende te houden:
• Houd het draadloze toestel altijd meer dan 15,3 centimeter
(6 inch) van het medische apparaat verwijderd als het
draadloze toestel is ingeschakeld.
• Draag het apparaat niet in een borstzak.
• Houd het toestel bij het oor aan de andere zijde van het
lichaam dan de zijde waar het medische apparaat zich
bevindt, om de kans op storingen te minimaliseren.
• Schakel het draadloze toestel onmiddellijk uit als er reden is
om aan te nemen dat er storing plaatsvindt.
• Lees en volg de aanwijzingen van de fabrikant van het
geïmplanteerde medische apparaat.
Raadpleeg uw zorgverlener als u vragen hebt over het gebruik van
uw draadloze toestel samen met een geïmplanteerd medisch
apparaat.
Gehoorapparaten
Sommige digitale draadloze apparaten kunnen storingen in
bepaalde gehoorapparaten veroorzaken. Neem contact op met
uw serviceprovider als u last hebt van dergelijke storingen.
34