Omgevingsthermostaat
Gebruikershandleiding
Stelt de geprogrammeerde temperatuur in
U kunt de temperatuur van de kamer instellen met de toetsen +/-. Deze instelling annuleert
eventueel ingestelde setpoints en blijft geactiveerd tot een nieuw setpoint wordt verstuurd.
1. Raak de toets aan om de temperatuur die in de kamer ingesteld moet worden te verhogen of
verlagen. Afhankelijk van de gemeten temperatuur zal de installatie in- of uitgeschakeld worden
Instelling functioneringswijze installatie
Met deze functie kunt u de installatie in de modus verwarming, airconditioning of beiden plaatsen.
1. Raak de toets aan een keuze te maken uit de modi:
–
Verwarming: het verwarmingssysteem wordt geactiveerd als de gemeten temperatuur lager
dan de referentiewaarde (setpoint) is.
–
Airconditioning: het aircosysteem wordt geactiveerd als de gemeten temperatuur hoger dan
de referentiewaarde (setpoint) is.
–
Automatische omschakeling: de thermostaat kan geprogrammeerd worden (informeer
hiernaar bij uw installateur) voor de automatische omschakeling tussen de airco- en
verwarmingsfuncties n.a.v. bepaalde drempelwaarden.
20
1
1