Niveau 3
Niveau 4
IBM Proprinter
Lettretypepunten
Tekenset
Tabel afdrukken
Auto LF
Auto CR
Autom. maskeren
Linkerkantlijn
Rechterkantlijn
Bovenmarge
Ondermarge
Regels
BR-Script 3
Print foutlijst
PDF
Meer pag. afdr.
PDF-afdrukopties
PDF aanp. aan pag. -
Carbon-menu
Carbon Copy
Aantal
Kopie1 Lade
Kopie1 Macro
Kopie2 Lade...
Kopie8 Lade
Kopie2 Macro...
Kopie8 Macro
Opslaglocatie
-
taak
(op bepaalde
modellen
beschikbaar)
Printer resetten -
Niveau 5
Omschrijvingen
(Slechts beschikbaar voor specifieke lettertypen.)
-
Hiermee stelt u de grootte van het lettertype in.
(Slechts beschikbaar voor specifieke lettertypen.)
-
Hiermee selecteert u de symbool- of tekenset.
-
Hiermee drukt u de codetabel af.
Als Emulatie wijzig. op de LCD verschijnt,
kiest u de gewenste optie.
-
AAN: CR -> CR+LF, UIT: CR -> CR
-
AAN: LF -> LF+CR, FF -> FF+CR of VT -> VT+CR
UIT: LF -> LF, FF -> FF of VT -> VT
-
Hiermee stelt u de boven- en ondermarges telkens
in op twee regels. Als u Autom. maskeren op Aan
instelt, overschrijft deze instelling de instellingen
Bovenmarge en Ondermarge.
-
Hiermee stelt u de linkermarge bij kolom 0 tot 70 in
op 1 cpi.
-
Hiermee stelt u de rechtermarge bij kolom 10 tot 80
in op 1 cpi.
-
Hiermee stelt u de bovenste margeafstand in van
de bovenrand van het papier.
-
Stelt de onderste margeafstand in van de
onderrand van het papier.
-
Hiermee stelt u het aantal lijnen op elke pagina in.
-
Kies of het apparaat de foutinformatie moet
afdrukken wanneer de fout zich voordoet.
-
U kunt de paginalay-out instellen wanneer u
meerdere pagina's afdrukt.
-
Hiermee stelt u in of er naast de tekst van het pdf-
bestand opmerkingen of stempels moeten worden
afgedrukt als u via pdf afdrukt.
Hiermee selecteert u of het apparaat de pagina's in
het pdf-bestand moet vergroten of verkleinen zodat
ze op het geselecteerde papierformaat passen.
-
Hiermee schakelt u de functie Carbon Copy in of uit.
-
Hiermee stelt u het aantal afgedrukte pagina's in.
-
Hiermee selecteert u de lade die u voor Kopie1
gebruikt.
-
Hiermee selecteert u een macro/stream voor
Kopie1.
-
Hiermee selecteert u de lade die u voor Kopie2 tot
Kopie8 gebruikt.
-
Hiermee selecteert u een macro/stream voor
Kopie2 tot Kopie8.
-
Hiermee selecteert u de locatie waar u afdruktaken
wilt opslaan.
-
Hiermee worden de apparaatinstellingen naar de
fabrieksinstellingen teruggezet.
603