Namen en functies van onderdelen
A
Printerkap
B
Inktcartridgehouder
C
Uitvoerlade
Achterzijde
A
Netsnoeraansluiting
B
Achterpaneel
C
Ventilatieopening
D
LAN-poort
E
USB-poort
>
Achterzijde
Open de eenheid om inktpatronen te vervangen of papier dat in de
printer is vastgelopen, te verwijderen.
Houd deze afdekking gesloten als de printer niet in gebruik is.
Hiermee voorkomt u dat ongewenste voorwerpen in de printer
terechtkomen.
Installeer de inktpatronen. Inkt komt uit de spuitkanaaltjes van de
printkop.
Opvanglade voor het papier dat uit de printer komt. Handmatig
uittrekken en weer induwen voor bewaring.
Voor aansluiting van het netsnoer.
Verwijder deze wanneer u vastgelopen papier wilt verwijderen.
Voor de afvoer van warmte uit de printer. Ventilatieopeningen
bevinden zich aan de onderkant rechts en links. Let er bij het
plaatsen van de printer op dat u de ventilatieopeningen niet afdekt.
Voor aansluiting van een LAN-kabel.
Voor aansluiting van een USB-kabel als verbinding met een
computer.
18