Aansluiten
1 Sluit uw hoofdtelefoon aan op een van de [PHONES]-uitgangen.
.
• Sluit alleen een hoofdtelefoon aan als die een impedantie van minstens
32 Ω heeft. Hoofdtelefoons met een lagere impedantie dan 32 Ω werken niet
met het apparaat.
2 Sluit luidsprekers met eigen voeding, een eindversterker, enz. aan
op de uitgang van de [MASTER].
• Om het geluid te kunnen spelen via de [BOOTH]-uitgangsaansluitingen,
sluit u luidsprekers of andere toestellen aan op de [BOOTH]-
uitgangsaansluitingen.
Aansluitingen
31
Nl