>
Archiveringsbestemmingen: hiermee definieert u de protocollen en bestemmingen
als u uw gescande document wilt verzenden naar een FTP-server, locatie op het
web of pc in het netwerk.
Raadpleeg
"Beschrijving van archiveringsprotocollen" op pagina 77
informatie over archiveringsprotocollen.
OPMERKING
1. Als de systeembeheerder DHCP heeft gekozen, worden het IP-adres van
TCP/IP, de gateway, het subnetmasker en de DNS-server automatisch
gegeven.
2. Bij de eerste installatie van het MFP is het raadzaam dat de beheerder
de standaardsysteeminstellingen handhaaft. De instellingen kunnen
op een later tijdstip worden aangepast, als u eenmaal vertrouwd bent
met de bediening en werking van het apparaat.
C
ONFIGURATIE
Er is een aantal configuratieopties beschikbaar waarmee u de scanner-, fax- en
printerinstellingen aan uw eigen wensen kunt aanpassen. Er zijn drie manieren
om het MFP te configureren:
1.
Vanaf de webpagina van het MFP.
2.
Vanuit het configuratiehulpprogramma van het MFP.
3.
Vanaf het bedieningspaneel van het MFP.
Alleen als voorbeeld bedoeld. De weergegeven configuratieopties kunnen via het
bedieningspaneel worden geopend.
...
VANAF DE WEBPAGINA
Typ het IP-adres van het MFP in het adresveld van de browser en druk op Enter.
De webpagina van het MFP wordt weergegeven. Bijvoorbeeld: http://192.168.1.94.
OPMERKING
De Administrative Settings (Beheerdersinstellingen) zijn geblokkeerd
met een wachtwoord. Zie
"Preconfiguratiegegevens" op pagina
Apparaat configureren... > 34
voor meer
31.