1
2
3
4
5
6
NR.
KENMERK
1
Overige
(vervolg)
2
Speed Dial
(Snelkiezen)
3
Doc. Type
(Doc. Soort)
4
Density
(Dichtheid)
OPTIE
Dialling
User defined
Options
(Aangepast)
(Belopties)
Auto Rx
UIT, AAN
(Automatische
ontvangst)
Logout (Afmelden)
001 - 500
Normal (Normaal), Fine (Fijn),
Ext-Fine (Extra fijn), Photo (Foto),
Background (Achtergrond)
Lightest (Lichtst),
Lighter (Lichter),
Normal (Normaal),
Darker (Donkerder),
Darkest (Donkerst)
Bediening > 101
BESCHRIJVING
Gebruik het numerieke toetsenblok om
het faxnummer in te voeren. Hiermee
kunt u een prefix, een onderbreking of
een toon toevoegen. Als u bijvoorbeeld
een toestelnummer kiest, kunt u een
onderbreking tussen het abonneenummer
en het toestelnummer invoegen.
Druk op de knop Regist (Registreren)
om een faxnummer aan de snelkeuzelijst
toe te voegen.
Uw MFP is ingesteld op automatische
ontvangst van faxen. Als u dit wilt
wijzigen in handmatige ontvangst,
moet u UIT selecteren.
Als Acces Control (Toegangsbeheer)
is ingeschakeld, moet u zich afmelden
zodra u klaar bent om te voorkomen dat
het apparaat gebruikt kan worden door
onbevoegden.
Voer het gewenste snelkeuzenummer
in met het numerieke toetsenblok
of de pijlen op het scherm.
Invoerbereik 001-500.
Raadpleeg
"Faxnummers aan het
adresboek toewijzen" op pagina 81
informatie over hoe een faxbestemming
aan een snelkeuzenummer kan worden
toegewezen.
Hier kunt u het soort beelden in het
document specificeren.
Dichtheid aanpassen
Donker: hiermee wordt dezelfde
kleurintensiteit behouden en wordt
het beeld donkerder gemaakt.
Licht: hiermee wordt de kleur minder
intens gemaakt en wordt het beeld
lichter gemaakt.
voor