Seriële interface
De seriële RS232 interface verzendt de meetgegevens en
alarmen/meldingen in gewone tekst/ASCII in CSV-opmaak. Hij is
altijd actief. De baudrate is vast ingesteld op 9600.
In de opmaak 8 bit, 2 stopbits wordt geen pariteit verzonden.
Zodra een nieuwe meetwaarde wordt vastgesteld, wordt deze
verzonden. Nieuwe alarmen worden via de seriële interface
verzonden; sommige alarmen ook als het alarm werd beëindigd, zie
Storingsmeldingen / hulp bij storingen
Indeling meldingen
De berichten worden opgeslagen in het formaat "Comma-Separated-
Value":
•
De velden worden gescheiden door een komma
•
Het decimaalteken is een punt
•
Elk record begint met de ASCII-tekens "02" <STX> en eindigt
met "03" <ETX>.
•
Meldingen en meetwaarden kunnen worden onderscheiden
door te kijken naar de eerste tekens: "ME" betreft een
meetwaarde, "AL" een alarm/een melding.
•
Het berichtenformaat stemt overeen met het formaat van de
Testomat 2000
Hoewel het apparaat geen grenswaardefunctie heeft, worden
omwille van compatibiliteitsredenen dezelfde velden
verzonden.
Voorbeeld voor meetwaarde:
<STX>ME,NH2CL,18.04.2019,10:59,NH2CL,-
,0.3,ppm,limit val.1, 0,limit val.2,0<ETX>
Voorbeelden voor meldingen:
<STX>AL,troebelheid,01.08.2013,07:30<ETX>
<STX>AL,troebelheid niet actief,01.08.2013,
07:35<ETX>
Afstandsbesturing via RS232-interface
®
De Testomat
Modul NH2CL-R kan vier commando's verwerken
(IMPORT, EXPORT, CS_ERR en SW_RST) die hieronder worden
beschreven.
Let op!
Alleen het commando IMPORT kan de Testomat
de configuratiemodus brengen. Dit is alleen mogelijk tijdens de
meetpauzes. Als het commando IMPORT tijdens een meting naar het
apparaat wordt gestuurd, wordt het genegeerd. Daarom moet het
externe station voorzien zijn van een TIMEOUT voor het commando
IMPORT.
Beschrijving van de signaalin-/uitgangen
op pagina 35.
®
datalogger.
®
Modul NH2CL-R in
35