1
Veiligheid
1.1
Waarschuwingen bij handelingen
Classificatie van de waarschuwingen bij handelin-
gen
De waarschuwingen bij handelingen zijn als volgt door waar-
schuwingstekens en signaalwoorden aangaande de ernst
van het potentiële gevaar ingedeeld:
Waarschuwingstekens en signaalwoorden
Gevaar!
Direct levensgevaar of gevaar voor ernstig licha-
melijk letsel
Gevaar!
Levensgevaar door een elektrische schok
Waarschuwing!
Gevaar voor licht lichamelijk letsel
Opgelet!
Kans op materiële schade of milieuschade
1.2
Algemene veiligheidsinstructies
1.2.1
Installatie alleen door installateur
Installatie, inspectie, onderhoud en reparatie van het product
mogen alleen door een installateur uitgevoerd worden.
1.2.2
Gevaar door verkeerde bediening
Door verkeerde bediening kunnen niet te voorziene gevaar-
lijke situaties ontstaan.
▶
Neem deze handleiding volledig door.
▶
Neem bij alle werkzaamheden aan het product de alge-
mene veiligheidsvoorschriften en de waarschuwingen in
acht.
▶
Neem bij de omgang met het product alle geldende voor-
schriften in acht.
1.2.3
Levensgevaar door lekkend gas
Door installatiefouten, beschadiging, ondeskundige bedie-
ning, een niet toegestane opstellingsplaats of dergelijke kan
gas lekken en tot vergiftigings- en explosiegevaar leiden.
Bij gaslucht in gebouwen:
▶
Vermijd ruimtes met gaslucht.
▶
Doe, indien mogelijk, deuren en ramen wijd open en zorg
voor tocht.
▶
Vermijd open vuur (bv. aansteker, lucifer).
▶
Niet roken.
▶
Bedien geen elektrische schakelaars, geen stekkers,
geen deurbellen, geen telefoons en andere communi-
catiesystemen in het gebouw.
▶
Sluit de gasteller-afsluitkraan of de hoofdkraan.
▶
Sluit, indien mogelijk, de gaskraan op het product.
▶
Waarschuw de huisbewoners door te roepen of aan te
kloppen.
▶
Verlaat het gebouw.
▶
Verlaat bij hoorbaar uitstromen van gas onmiddellijk het
gebouw en voorkom dat derden het gebouw betreden.
▶
Alarmeer politie en brandweer zodra u buiten het gebouw
bent.
0020144292_01 ecoTEC plus Gebruiksaanwijzing
▶
Neem contact op met de storingsdienst van het energie-
bedrijf vanaf een telefoonaansluiting buiten het gebouw.
1.2.4
Levensgevaar door afgesloten of ondichte
rookgastrajecten
Door installatiefouten, beschadiging, manipulatie, niet toege-
stane opstellingsplaats of dergelijke kan rookgas lekken en
tot vergiftigingen leiden.
▶
Breng geen veranderingen aan de volledige rookgasin-
stallatie aan.
Bij gaslucht in gebouwen:
▶
Doe alle toegankelijke deuren en ramen wijd open en
zorg voor tocht.
▶
Schakel het product uit.
▶
Breng een installateur op de hoogte.
1.2.5
Levensgevaar door gebruik met
gedemonteerde frontmantel
Bij ondichtheden in het product kan rookgas lekken en tot
vergiftigingen leiden.
▶
Gebruik het product uitsluitend met gesloten frontmantel.
1.2.6
Levensgevaar door explosieve en licht
ontvlambare stoffen
Ontploffingsgevaar ontstaat door licht ontvlambare gas-lucht-
mengsels.
▶
Explosieve of licht ontvlambare stoffen (bijv. benzine,
papier, verf, enz.) niet in de opstellingsruimte van het
product gebruiken of opslaan.
1.2.7
Levensgevaar door ontbrekende
veiligheidsinrichtingen
Ontbrekende veiligheidsinrichtingen (bijv. veiligheidsklep,
expansievat) kunnen tot levensgevaarlijke brandwonden en
andere letsels leiden, bijv. door explosies.
▶
Laat uw installateur de positie en de werking van de vei-
ligheidsinrichtingen uitleggen.
1.2.8
Verbrandingsgevaar door heet drinkwater
Aan de tappunten voor warm water bestaat bij warmwater-
temperaturen van meer dan 60°C gevaar voor verbranding.
Kleine kinderen en oudere mensen lopen zelfs bij lagere
temperaturen al risico's.
▶
Kies een temperatuur waarbij niemand gevaar loopt.
1.2.9
Risico op materiële schade door verkalking
door te hoge warmwatertemperatuur
Voorwaarden: VCW
Bij producten met warmwaterbereiding bestaat bij een water-
hardheid van meer dan 3,57 mol/m³ verkalkingsgevaar.
▶
Stel de warmwatertemperatuur op maximaal 50 °C in.
1.2.10 Veranderingen in de omgeving van het
product
Door veranderingen in de omgeving van het product kan er
gevaar ontstaan voor lijf en leven van de gebruiker of derden
resp. schade aan het product en andere voorwerpen.
Veiligheid 1
3