Een statisch IP-adres gebruiken
U kunt de telefoon zo instellen dat deze verbinding maakt met een Wi-Fi™-netwerk via een
statisch IP-adres.
Een statisch IP-adres instellen
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Draadloos en netwerken > Wi-Fi-instellingen.
Druk op
.
3
4
Tik op Geavanceerd
5
Schakel het selectievakje Statisch IP gebruiken in.
6
Tik en voer de vereiste gegevens voor uw Wi-Fi®-netwerk in:
•
IP-adres
•
Gateway
•
Netmasker
•
DNS 1
•
DNS 2
7
Druk op
en tik op Opslaan
Aangesloten apparaten
Mediabestanden op uw telefoon delen met andere apparatuur via een gedeelde Wi-Fi®-
verbinding. Wanneer uw telefoon met uw thuisnetwerk is verbonden via Wi-Fi® en
Aangesloten apparaten is ingeschakeld, kunnen andere client-apparaten die met
hetzelfde thuisnetwerk zijn verbonden afbeeldingen die op uw telefoon zijn opgeslagen
openen, bekijken en afspelen. Een client-apparaat kan bijvoorbeeld een computer zijn met
client-software, een camera, een tv of een PlayStation®3. Alle apparaten moeten DLNA™
(Digital Living Network Alliance)-gecertificeerd zijn.
Aangesloten apparaten gebruiken
1
Uw telefoon verbinden met een Wi-Fi®-netwerk.
2
Tik vanaf uw Startscherm op
3
Tik op Servernaam wijzigen en bewerk uw telefoonnaam indien nodig. Deze naam
verschijnt later op uw client-appara(a)t(en) om uw telefoon te identificeren.
4
Schakel het selectievakje Mediaserver in.
Uw telefoon kan nu als mediaserver functioneren.
5
Verbind uw computer of andere client-apparaten met hetzelfde Wi-Fi®-netwerk.
6
Activeer de client-software die op uw computer is geïnstalleerd. Zoek en selecteer
uw telefoon als de server.
Er verschijnt een melding in de statusbalk van de telefoon. Tik erop en stel de
7
toegangsrechten in.
8
Uw telefooncontent overbrengen naar client-apparaten en weergeven. Het kan
enkele minuten duren om alle content op de client-apparaten weer te geven als er
veel foto- of muziekbestanden op de telefoon zijn opgeslagen.
9
Druk om de Aangesloten apparaten te minimaliseren op
apparaten blijft op de achtergrond actief.
10
Ga naar de weergave Aangesloten apparaten op de telefoon en schakel het
selectievakje Mediaserver uit om de verbinding met de server te verbreken.
De bovenstaande instructies kunnen verschillen afhankelijk van de client-apparaten. Raadpleeg
ook de gebruikershandleiding op uw client-apparaat. Als het apparaat geen verbinding kan
maken, controleert u of uw thuisnetwerk werkt.
De naam van een client-apparaat wijzigen
1
Tik vanaf uw Startscherm op
2
Tik op Lijst met clientapparaten.
3
Selecteer het client-apparaat dat met uw telefoon is verbonden en selecteer
vervolgens Naam wijzigen.
4
Voer een nieuwe naam voor het client-apparaat in.
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
.
.
.
en zoek en tik op Aangesloten apparaten.
wordt in de statusbalk weergegeven.
en zoek en tik op Aangesloten apparaten.
68
. Aangesloten