Een USB-geheugenapparaat gebruiken
5
Selecteer de gewenste map of het gewenste bestand en druk op
OK.
Als [+] of [D] voor de naam van een map staat, staat er een of meer
bestanden of mappen in de geselecteerde map.
6
Om te wissen of het formaat te wijzigen, selecteert u Ja > OK.
Bestanden kunnen niet meer worden teruggezet nadat u ze hebt
verwijderd of nadat u het USB-geheugenapparaat opnieuw hebt
geformatteerd. Voordat u ze verwijdert, moet u dan ook nagaan of u ze
niet meer nodig hebt.
16
De USB-geheugenstatus weergeven
U kunt controleren hoeveel geheugenruimte er nog beschikbaar is voor het
opslaan van documenten.
1
Sluit een USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort
van uw apparaat.
2
Druk op de knop
(Menu) op het bedieningspaneel.
3
Druk op Direct USB > Contr. ruimte.
Op het display wordt de beschikbare geheugenruimte weergegeven.
17
Back-up van gegevens maken
Gegevens in het geheugen van het apparaat kunnen per ongeluk gewist
worden als gevolg van een stroomonderbreking of een fout tijdens het
opslaan. Met een back-up beveiligt u de systeeminstellingen door ze als
back-upbestanden op een USB-geheugenapparaat op te slaan.
Back-up van gegevens maken
1
Sluit een USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort
van uw apparaat.
2
Druk op de knop
(Menu) op het bedieningspaneel.
3
Druk op Systeeminst..
4
Ga met de pijl naar de gewenste Inst. export. en druk op OK.
5
Druk op Geg. instellen > OK.
De back-up van de gegevens wordt opgeslagen in uw USB-
geheugen.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
52