Systeeminst.
Item
De printer detecteert de afdrukgegevens van de
computer ongeacht of de pagina leeg is of gegevens
Lege pg. afdr.
bevat. U kunt instellen dat de pagina moet worden
afgedrukt of overgeslagen.
• Toner Op wis.: Deze optie verschijnt alleen als
de tonercassette leeg is.
• Gebruiksduur: Via dit menu-item kunt u zien
hoeveel afdrukken er zijn gemaakt en hoeveel
toner er nog in de cassette zit.
• Ws tr bijna op: Als er geen toner meer in de
tonercassette zit, verschijnt een bericht waarin de
gebruiker wordt gevraagd om de tonercassette te
vervangen. U kunt de weergave van dit bericht in-
en uitschakelen.
Onderhoud
• Papier stapel.: Als u het apparaat in een
vochtige omgeving gebruikt of afdrukmaterialen
gebruikt die vochtig zijn als gevolg van een hoge
luchtvochtigheid, kunnen de afgedrukte vellen
krullen vertonen en worden ze mogelijk niet goed
gestapeld. In dit geval kunt u het apparaat
instellen om de functie te gebruiken waarmee de
afdrukken goed gestapeld worden. Deze functie
zal de afdruksnelheid echter verlagen.
• Ramschijf: Schakelt de ramschijf in of uit voor
het beheren van afdruktaken.
Omschrijving
Item
Met deze optie kunt u hulpbronnen besparen en
milieuvriendelijke afdrukken maken (zie "Eco-
afdruk" op pagina 46).
• Standaardmodus: Selecteer of de Eco-modus
in- of uitgeschakeld wordt.
Eco-inst.
• Temp wijz: Kiest het ingestelde eco-sjabloon via
de SyncThru™ Web Service.
Vapor Mode
U kunt de hoeveelheid waterdamp die tijdens het
afdrukken wordt geproduceerd, beperken.
• Aan: Schakelt de dampmodus in.
• Uit: Schakelt de dampmodus uit.
• Auto: Schakelt automatisch over op de
dampmodus na een bepaalde tijd in een zeer
vochtige omgeving.
Omschrijving
Gedwongen: Schakelt de Eco-modus in. Als
een gebruiker de Eco-modus wil
uitschakelen, moet deze het wachtwoord
invoeren.
Als u de Vapor Mode inschakelt, kan de
afdruksnelheid verminderen.
3. Menu´s met nuttige instellingen
191