Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Afvoerberekening - Faber MatriX 1050/500 I Installatievoorschrift

Verberg thumbnails Zie ook voor MatriX 1050/500 I:
Inhoudsopgave

Advertenties

Installatievoorschrift MatriX 1050/500 I,II,III 2 en MatriX 1050/650 I,II,III 2

11 Afvoerberekening

Om op een eenvoudige manier te berekenen of de
afvoerconfiguratie in combinatie met uw haard mo-
gelijk is, maakt u gebruik van de "Faber Flue App
V2":
Deze is gratis beschikbaar en kunt u downloaden
via:
Internet:
Android en PC (Windows Store, (Windows 10)).
APP-store:
iPhone, iPad en Mac.
Google Play:
Android Smartphones en Android tablets.
Ook kunt u als alternatief gebruik maken van het af-
voerberekeningsblad (zie hoofdstuk 13).
De mogelijkheden van afvoerlengtes en de eventu-
ele stuw zijn vastgelegd in een stuwentabel, zie 11.1
t/m 11.5. In de tabel wordt gewerkt met startlengte
(STL), totale verticale hoogte (TVH) en totale hori-
zontale lengte (THL).
Startlengte (STL):
Is het eerste gedeelte dat op de haard ge-
plaatst is en vertegenwoordigd een be-
paalde waarde (fig. 12.1, 12.2 en 12.3 A, N
en F). Deze waarde wordt in de bovenste
rij van de stuwentabel weergegeven.
Totale verticale hoogte (TVH):
TVH is het hoogteverschil gemeten vanaf
de bovenkant toestel tot de uitmonding.
Deze kan worden gemeten of worden be-
paald uit de bouwtekening. Ter verduidelij-
king, zie ook de TVH aanduiding in de teke-
ningen (fig. 12.1, 12.2 en 12.3).
Totale horizontale lengte (THL):
THL is de totale horizontale lengte en be-
staat uit bochten en pijpen welke geheel in
het horizontale vlak liggen. Zie bochten I, K
en Q en de elementen H, J, L, M, P en R
(fig. 12.1 en 12.2).
15 <
<
<
<
Lengte horizontaal vlak:
De horizontale lengte bestaat uit de ele-
menten H, J, L, M, P en R (fig. 12.1 en 12.2).
Bochten 90° in het horizontale vlak:
Horizontale bochten zijn bochten welke ge-
heel in het horizontale vlak liggen
(fig. 12.1, 12.2 en 12.3 I, K en Q).
Bochten 45°of 30° in het horizontale vlak:
Horizontale bochten zijn bochten welke ge-
heel in het horizontale vlak liggen.
Bochten 90° verticaal naar horizontaal vlak:
Dit zijn de bochten van 90° welke overgaan
van horizontaal naar verticaal (fig. 12.2 en
12.3 G, O en S).
Bochten 45° of 30 °verticaal naar horizon-
taal vlak:
Dit zijn de bochten van 30° of 45° welke
een verticale versleping onder een hoek
van 45° mogelijk maken (fig. 12.1 B en D).
Buizen onder een hellingshoek:
Dit zijn de pijpen welke onder een hoek
van 30° of 45° verticaal oplopende zijn ge-
plaatst (fig. 12.1 C). Alleen invullen in com-
binatie met minimaal 2 stuks 30 of 45°
bochten in het verticale deel.
Stuwentabel:
Zie in de stuwentabel bij de juiste verticale
(TVH) en horizontale lengte (THL).
Bij een "X" en als de waarden buiten de tabel vallen,
is de combinatie niet toegestaan. Pas dan de TVH of
THL aan.
Indien een waarde aangegeven wordt, controleer
dan of de berekende STL waarde niet lager is dan
aangegeven in de stuwentabel. Indien dit wel het
geval is moet de STL aangepast worden.
De gevonden waarde geeft de breedte van de te
plaatsen stuw aan ("0" betekent geen stuw). Stan-
daard is een stuw van 30mm gemonteerd (fig. 1.6-
F), verwijder hiervoor eerst luikje "G".

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave