Installatievoorschrift MatriX 1050/500 I,II,III 2 en MatriX 1050/650 I,II,III 2
4
Voorbereiding en installatie-instructies
4.1
Gasaansluiting
De gasaansluiting moet voldoen aan de lokaal gel-
dende Normen.
Let op!
Bereken de diameter van de gasleiding, zodat
er geen drukval optreed in de leidingen.
Wij adviseren een gas-aansluiting direct vanaf de
gasmeter naar het toestel, met in de nabijheid van
het toestel een afsluitkraan welke altijd bereikbaar
is. Positioneer de gasaansluiting zo dat deze goed
toegankelijk is voor service en de branderunit te al-
len tijde kan worden gedemonteerd.
4.2
Electrische aansluiting
Plaats een wandcontactdoos 230VAC – 50Hz in de
buurt van de haard voor het aansluiten van de Con-
trol box FAB1806.
Zie fig. 2.8 voor het bedradingsschema:
A = I.T.C. (Intelligent Technical Controller)
B = branderautomaat
C = gasregelblok
D = magneetklep
E = LED Symbio module (optioneel)
F = ontsteekpen
G = ionisatiepen
H = aansluitkabel
I = configuratieplug
4.3
Smart Home installatie
De besturing kan met behulp van een Faber Inter-
face Unit (art.nr. A9323000) op een externe bron,
zoals een Domotica-systeem aangesloten worden.
4.4
Voorbereiding van de haard
Haal de haard uit zijn verpakking. Let op
dat de gastoevoerleidingen onder het toe-
stel niet beschadigd raken.
Bereid de gasaansluiting op het gasregel-
blok voor. Zorg voor een flexibele gasaan-
sluiting naar de gasregelblok, met mini-
maal een 0,5m extra lengte, zodat voor in-
stallatie en service de besturing eventueel
uitgenomen kan worden!
4.5
Plaatsen van de haard
Houd rekening met de installatie-eisen (zie hoofd-
stuk 3). Zet het toestel op de juiste plaats en stel
deze waterpas.
Grove hoogteverstelling:
Met de uitschuifbare (optionele) poten.
Nauwkeurige hoogteverstelling:
11 <
<
<
<
Met de uitdraaibare voetjes.
Hangend aan de muur
De haard kan ook aan de muur worden bevestigd
met behulp van de optionele muurbeugelset, zie
bijlage 16.9 (artikelnummer A9325996). Verwijder
hierbij de bestaande beugels en gebruik de meege-
leverde afstandshouder voor verticale nivellering
(zie fig. 1.4).
4.6
Installeren rookgasafvoer
Installeer het rookgasafvoermateriaal volgens de
montagehandleiding die bij het toestel is geleverd.
(40011968).
De afstand tot brandbare materialen dient
min. 50mm te zijn, gerekend vanaf buiten-
kant afvoermateriaal.
Begin nooit direct met inkortbaar concen-
trisch afvoermateriaal op het toestel.
Horizontale gedeelten moeten op afschot
naar de haard toe geïnstalleerd worden
3 graden).
Bouw het systeem op vanaf de haard. In-
dien dit niet mogelijk is kan er gebruik ge-
maakt worden van een schuifbaar tussen-
stuk.
Voor het pas maken van het afvoersysteem
moet men gebruik maken van de 0,5m in-
kortbare pijp. Zorg dat de binnenpijp altijd
15mm langer is dan de buitenpijp. Gevel-
en dakdoorvoer zijn ook inkortbaar.
4.7
Boezem bouwen
Voor de boezem geplaatst gaat worden adviseren
wij om een functioneringstest met de gashaard uit
te voeren zoals omschreven in hoofdstuk 7 "Con-
trole van de installatie".
Boezem
Maak de boezem van onbrandbaar plaat-
materiaal in combinatie met metalen pro-
fielen of van gemetselde stenen/cellenbe-
tonblokken.
Gebruik altijd een latei of boezemijzer als
de boezem wordt gemetseld. Deze mogen
niet direct op de haard worden geplaatst.
Zorg er voor dat de haard nooit als dra-
gende constructie functioneert, dit in ver-
band met het uitzetten van de haard.
Ventilatie
Juist ventileren voorkomt een te hoge temperatuur
van het gasregelblok en de aanwezige elektronica
en beperkt tevens de temperatuur van de convec-
tielucht. Voorzie daarom de boezem van de optio-
nele Faber ventilatieroosters of een vergelijkend al-
ternatief met een minimale vrije doorlaat van