INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN
Apparaatbeheer
Diverse apparaten die op het apparaat zijn aangesloten, kunnen worden ingesteld.
Voorwaarde-Instellingen
Acties wanneer het maximumaantal vellen dat kan worden geniet, is bereikt
Stelt in of een bericht moet worden getoond om een oplossing te selecteren wanneer het maximum aantal nietjes is bereikt.
Papiersoort voor Auto Papierselectie
U kunt het papiertype* opgeven dat tijdens de functie Automatische papierselectie zal worden geselecteerd. Selecteer
een van de volgende instellingen:
• Normaal 1
• Normaal 2
• Recycled
Met deze instelling zullen via de functie Automatische papierselectie geen andere papiertypen worden geselecteerd dan
de opgegeven papiertypen.
* Het papiertype voor elke papierlade selecteert u met [Systeem- instellingen] in de 'Instellingen' → [Papierlade- instellingen].
Compatibiliteitsinstellingen normaal papier
Als u een printerdriver gebruikt die normaal papier 1 of 2 niet ondersteunt, geef dan het normale papier op dat moet
worden gebruikt om af te drukken met de printerdriver.
Het gewicht van Normaal papier 1 is 60 tot 89 g/m
(24 tot 28 lbs bond). Controleer het gewicht van het normaal papier dat u regelmatig gebruikt en maak de betreffende instelling.
Standaard detecteren in automatische kleurmodus
Als de kleurmodus in de kleurmodus/modus beeldverzending is ingesteld op automatisch, kan het punt van onderscheid
voor het detecteren of originelen kleur of zwart-wit zijn op één van de vijf niveaus worden ingesteld. Wanneer dit is
ingesteld op [Dichter Z/W], worden originelen eerder herkend als in kleur. Wanneer dit is ingesteld op [Dichter klr],
worden originelen eerder herkend als in kleur.
Uitschakelen van duplex
Deze functie wordt gebruikt om 2-zijdig afdrukken uit te schakelen als de duplexmodule bijvoorbeeld niet goed functioneert.
Staffel uitschakelen
Offset-uitvoer uitschakelen.
Nieteenheid uitschakelen
Met deze instelling kunt u het gebruik van nieten blokkeren, bijvoorbeeld wanneer de nieteenheid van de interne
afwerkingseenheid niet goed functioneert.
Uitschakelen van origineelinvoer
Gebruik deze instellingen om het gebruik van de automatische documentinvoereenheid niet toe te staan wanneer deze bijvoorbeeld
niet goed functioneert. (Er kunnen nog wel originelen met de glasplaat worden gescand wanneer deze instelling is ingeschakeld.)
Optionele papierlade uitschakelen
Deze instelling wordt gebruikt om de papierinvoerlade voor 500 vellen en de standaard/papierlade van 2x500 vel uit te
schakelen, bijvoorbeeld wanneer deze niet goed functioneert.
Lade-instelling uitschakelen
Deze instelling wordt gebruikt om lade-instellingen te blokkeren (met uitzondering van de instellingen voor de doorvoerlade).
Afwerkingseenheid uitschakelen
Met deze instelling kunt u het gebruik van de interne afwerkeenheid of zadelsteek-afwerkeenheid blokkeren
bijvoorbeeld wanneer deze niet goed functioneert.
Instellingen Printeridentificatie
Voer een naam of code in om het apparaat te herkennen.
2
(16 tot 24 lbs bond). Het gewicht van Normaal papier 2 is 90 tot 105 g/m
7-82
2