Bedieningsfuncties voor cd/audiobestand (USB/iPod/intern
geheugen)
Functie van audiobestand
Bestandkeuze
Kiezen van de muziek waarnaar u wilt luisteren
vanaf het toestel of medium dat momenteel wordt
afgespeeld.
1
Activeer de bestandkeuzefunctie
Draai aan de regelknop.
2
Zoek naar muziek
Selecteer het categorie-item met de regelknop.
Besturingssysteem voor iPod
Type bewerking
Werking
Items verplaatsen
Draai aan de regelknop.
Item selecteren
Druk de regelknop in.
Teruggaan naar vorige
Druk de regelknop omhoog.
item
Teruggaan naar eerste
Druk de regelknop omhoog en houd deze ten
item
minste 1 seconde lang ingedrukt.
Besturingssysteem voor ander toestel dan iPod
Type bewerking
Werking
Items verplaatsen
Draai aan de regelknop.
Item selecteren
Druk de regelknop naar rechts.
Teruggaan naar vorige
Druk de regelknop naar links.
item
Teruggaan naar eerste
Druk de regelknop naar links en houd deze ten
item
minste 1 seconde lang ingedrukt.
Het symbool "2" of "3" naast het weergegeven
item geeft aan dat het item wordt voorafgegaan of
gevolgd door een ander item.
Als een nummer wordt geselecteerd, wordt dit
vanaf het begin afgespeeld.
Bestandkeuzefunctie annuleren
Druk op de toets [FNC].
⁄
• Zelfs als de iPod is aangesloten kunt u de
bedieningsmethode wijzigen van <Bedieningsmethode
voor iPod> in <Bedieningsmethode voor ander toestel
dan iPod>. Zie <Instellen van iPod-modus> (blz. 39).
30
|
Nederlands
Vastleggen van disknamen (DNPS)
Toewijzen van namen aan CD's.
1
Start de weergave van de disk waaraan u een
naam wilt toewijzen
⁄
• Er kan geen titel worden toegewezen aan een MD of
een geluidsdrager met audiobestanden.
2
Activeer de menufunctie
Selecteer "MENU" met de regelknop.
Zie <Functiebesturingsmodus> (blz. 11) voor de
bediening.
3
Kies de functie voor het vastleggen van
namen
Draai aan de regelknop.
Kies het display "Name Set".
4
Activeer de functie voor het vastleggen van
namen
Houd de regelknop ten minste 1 seconde
ingedrukt.
5
Verplaats de cursor naar de
tekeninvoerpositie
Druk de regelknop naar rechts of links.
6
Kies het soort teken
Druk de regelknop in.
Elke keer dat de knop wordt ingedrukt, verandert
het soort teken in onderstaande volgorde.
Soort teken
Hoofdletters
Kleine letters
Cijfers en symbolen
Speciale tekens (accenten)
7
Kies de tekens
Draai aan de regelknop of druk deze naar
boven of beneden.
⁄
• Tekens kunnen ook worden ingevoerd met behulp van
de cijfertoetsen van een afstandsbediening.
Voorbeeld: Voor invoer van "DANCE".
Teken
Toets
"D"
[3]
"A"
[2]
"N"
[6]
"C"
[2]
"E"
[3]
8
Herhaal stappen 5 t/m 7 en voer de naam in.
Aantal keren indrukken
1
1
2
3
2