Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

• Gebruik leidingwater of schoon water en treffen maatrege-
len om te voorkomen dat condens gevormd wordt.
• Gebruik, als het water voor de bevochtiger hard is, een
middel om de hardheid van het water te verlagen om de
levensduur van het element te verlengen.
De levensduur van het bevochtigerelement is meer
dan 3 jaar (4.000 uur), wanneer het aanvoerwater:
150 mg kalk per liter bevat.
(De levensduur van het bevochtigerelement is ongeveer
1 jaar (1.500 uur), wanneer het aanvoerwater:
400 mg kalk per liter bevat.)
Jaarlijkse bedrijfsuren: 10 uur/dag × 26 dagen/maand
× 5 maanden = 1.300 uur.
(5) Isoleer alle leidingen binnenshuis.
Isoleer, nadat u gecontroleerd heeft of andere koppelingen
waterdicht zijn, alle leidingen op de manier zoals is weergege-
ven in Afb. 10. (Dicht beide uiteinden af met een tie-wrap.)
(Zie Afb. 10)
Isolatie
(Voor wateraanvoerleiding)
(Accessoire)
• Omwikkel de wateraanvoerleiding met isolatiemateriaal om
condensvorming te voorkomen.
• Tref in gebieden waar vorst kan optreden, maatregelen om te
voorkomen dat de leidingen bevriezen.
7

KOELMIDDELLEIDING

<Meer informatie over de koelmiddelleiding van de buiten-
units vindt u in de installatiehandleiding die bij de buiten-
unit werd meegeleverd.>
<Breng aan beide zijden van zowel de gas- als de vloeistof-
leiding het thermische isolatiemateriaal aan. Wanneer de
leidingen niet worden geïsoleerd kan dat leiden tot water-
lekkage.
Gebruik isolatie die bestand is tegen temperaturen van ten
minste 120°C. Isoleer de koelmiddelleiding zonodig extra,
afhankelijk van de omstandigheden.
Gebruik de volgende informatie als richtlijn.
• De buitentemperatuur is 30°C en de vochtigheidsgraad
is 75% tot 80%: Minimaal 15 mm dikte.
• De buitentemperatuur is hoger dan 30°C en de vochtigheids-
graad overschrijdt 80%: Minimaal 20 mm dikte.
Zonder versteviging kan er condensatie ontstaan op het
oppervlak van de isolatie.>
<Controleer, voordat de koelmiddelleiding worden aange-
sloten, of koelmiddel van het type R410A wordt gebruikt.
(Wanneer verschillende typen koelmiddel worden gebruikt
zal de installatie niet goed werken.)>
VOORZORGSMAATREGELEN
Dit product dient een koelmiddel te gebruiken (R410A).
Let op de volgende items.
• Gebruik een pijpsnijder en tromp die geschikt is voor
het te gebruiken koelmiddel (R410A).
• Breng, voordat u de trompverbinding aandraait, este-
rolie of etherolie op de tromp aan.
• Gebruik alleen de flensmoeren die bij de unit werden
meegeleverd. Wanneer u andere flensmoeren
gebruikt, kan koelmiddel weglekken.
• Knijp de leiding dicht of plak deze af met tape om te
voorkomen dat vuil, vloeistof of stof de leiding kan
binnendringen.
• Voorkom dat lucht of andere stoffen dan het koelmid-
del in de koelmiddelleiding terecht kunnen komen.
Ventileer de ruimte onmiddellijk wanneer gasvormig
koelmiddel ontsnapt tijdens de installatiewerkzaam-
heden.
3P130768-6L Nederlands
Tabel 1
Klem
(Accessoire)
Afb. 10
Wanneer de verbinding te strak wordt aangedraaid, kan
deze beschadigen en lekkage van koelmiddel veroorza-
ken.
Tabel 2
• De buitenunit is gevuld met koelmiddel.
• Maak de verbindingen altijd met een steeksleutel en een
momentsleutel, zoals is weergegeven in de afbeelding, wan-
neer de leidingen worden bevestigd op/losgekoppeld worden
van het apparaat. (Zie Afb. 11)
• Zie "Tabel 1" voor de afmetingen van de flensmoeren.
Lei-
ding-
Trompafme-
Aantrekmoment
diame
ting A (mm)
ter
I 6,4
15,7 ± 1,5 Nm
I12,7
54,9 ± 5,4 Nm
• Breng, voordat u de flensverbinding bevestigt, wat ether- of
esterolie aan op de getrompte leiding, draai deze drie of vier
keer rond en draai vervolgens de verbinding aan.
(Zie Afb. 12)
Momentsleutel
Steeksleutel
Trompmoer
Koppeling
Afb. 11
• Zie "Tabel 1" voor het juiste aandraaimoment.
VOORZORGSMAATREGELEN
• Draai de moer, als er geen momentsleutel beschikbaar is, op
de volgende manier aan. Controleer, zodra alle koppelingen
zijn gemaakt, of er geen gaslekkage optreedt. Wanneer de
flensmoer met de sleutel wordt vastgedraaid, zal het aan-
draaimoment plotseling toenemen. Draai de flensmoer vanaf
dat punt nog verder aan over de hoek zoals die is weergege-
ven in "Tabel 2".
Leidingdia-
Extra aandraaihoek
meter
I 6,4 (1/4")
75 ± 15 graden
I 12,7 (1/2")
45 ± 15 graden
• Controleer, nadat alle verbindingen zijn gemaakt, of er geen
gaslek aanwezig is.
• Isoleer, nadat u de verbinding op lekkage heeft gecontro-
leerd, zowel de vloeistof- als de gasleiding. (Zie Afb. 13)
Vorm van de tromp
8,9 ± 0,2
R0,6±0,2
16,4 ± 0,2
Esterolie of etherolie
Afb. 12
Aanbevolen arm-
lengte van het
gereedschap
Ongeveer 150 mm
Ongeveer 250 mm
7

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vkm50gbv1Vkm80gbmv1Vkm80gbv1Vkm100gbmv1Vkm100gbv1

Inhoudsopgave