Vóór het drogen / Het drogen / Na het drogen
F Het kiezen van een program-
ma
^ Stel met de programmakeuzeschake-
laar het gewenste programma in.
U kunt de schakelaar rechtsom of
linksom draaien.
Hoe lang de programma's duren kunt u
in het hoofdstuk: "Verbruiksgegevens"
lezen.
^ Kies voor het drogen van fijn was-
goed met droogsymbool r de extra
functie "Temperatuur laag".
Attentie:
Het drogen duurt door de tempera-
tuurverlaging dan wel langer.
14
G Het starten van het gekozen
programma
Het controlelampje "START" knippert,
wanneer het programma kan worden
gestart.
^ Druk op de START - toets.
Het controlelampje "START" brandt en
de verwarmingsfase begint.
Tijdens het programma brandt het con-
trolelampje van de fase waarin het pro-
gramma zich op dat moment bevindt.
Na de verwarmingsfase wordt het was-
goed door een koude luchtstroom afge-
koeld, waarmee de gewenste droogte-
graad is bereikt.
Aanvullende functies
U kunt een aantal aanvullende functies
programmeren om het droogprogram-
ma nog beter af te stemmen op het
soort wasgoed en de manier waarop u
dit wilt drogen.
Zie daarvoor het desbetreffende hoofd-
stuk.