5.5 Aanwijzingen voor de installateur We raden aan deze handleiding aandachtig door te lezen, omdat ze alle aanwijzingen bevat om de esthetische en functionele kwaliteiten van het apparaat te behouden. Raadpleeg de website voor verdere informatie over dit product: www.smeg.com...
Waarschuwingen 1 Waarschuwingen • Werkzaamheden voor schoonmaak en onderhoud van 1.1 Algemene het apparaat mogen niet worden uitgevoerd door kinderen die niet veiligheidswaarschuwingen onder toezicht staan. Persoonlijk letsel • Controleer of de vlamverdelers met de respectievelijke deksels • Het apparaat en de correct in de zittingen bereikbare delen ervan gepositioneerd zijn.
Pagina 3
Waarschuwingen • De ovendeur moet tijdens de • Voorafgaand aan iedere ingreep op het apparaat bereiding gesloten blijven. (installatie, onderhoud, • In geval van ingrepen op de plaatsing of verplaatsing) moet etenswaren of aan het einde u altijd zorgen voor persoonlijke van de bereiding, de deur beschermingsmiddelen.
Pagina 4
Waarschuwingen • Ga niet op het apparaat zitten. • Verwijder alle ovenschalen en roosters die tijdens de • Roosters en ovenschalen bereiding niet gebruikt worden moeten in de zijgeleiders uit de ovenruimte. worden geplaatst tot ze niet • Bedek de bodem van de verder kunnen.
Pagina 5
Waarschuwingen • Plaats geen lege potten of Installatie pannen op ingeschakelde • DIT APPARAAT MAG NIET kookzones. GEÏNSTALLEERD WORDEN • Gebruik geen ruw, schurend of IN BOTEN OF CARAVANS. scherp materiaal. • dit apparaat mag niet geïnstalleerd worden op een •...
Waarschuwingen • De omstandigheden voor de • Laat de aansluiting uitvoeren door bevoegd technisch personeel. afstelling van dit apparaat kunt • De aardverbinding van het u vinden op het label met de elektrische systeem is verplicht gasafstelling. en moet in overeenstemming •...
Waarschuwingen • het gebruik van niet-originele 1.6 Verwerking reserveonderdelen. In overeenstemming met de Europese richtlijn AEEA 1.3 Beoogd gebruik (2012/19/EU) moet dit • Dit apparaat is bedoeld om apparaat aan het einde van de thuis voedsel te bereiden. Elk levensduur gescheiden van het andere vuil verwijderd worden.
Waarschuwingen • Oude of gebruikte apparaten 1.7 Wegwijs in de gebruiksaanwijzing aan het einde van hun levensduur moeten door de gebruiker In deze gebruiksaanwijzing komen de volgende begrippen voor: worden ingeleverd bij geschikte centra voor de gescheiden Waarschuwingen inzameling van elektrisch en Algemene waarschuwingen in elektronisch afval, of overhandigd verband met de...
Waarschuwingen 1.8 Om energie te besparen • Verwarm het apparaat uitsluitend voor als dit in het recept is aangegeven. • Ontdooi bevroren levensmiddelen voordat u ze in de ovenruimte plaatst, tenzij anders op de verpakking is aangegeven. • Bij meerdere bereidingen wordt geadviseerd om de levensmiddelen achtereenvolgens te bereiden zodat u de reeds...
Beschrijving 2.2 Bedieningspaneel 1 Knop hoofdoven 5 Knoppen van de branders van de kookplaat Kan gebruikt worden om de verlichting in de hoofdoven in te schakelen of om een Nuttig voor de inschakeling en de regeling geventileerde bereidingstemperatuur tussen van de branders van de plaat. 50°C en 245°C in te stellen.
Beschrijving 2.3 Kookplaat AUX = Hulpbrander UR2 = Ultra snelle brander SR = Halfsnelle brander 2.4 Andere onderdelen Plaatsbare niveaus Koelventilator Het apparaat beschikt over niveaus om De ventilator zorgt voor de afkoeling van roosters en ovenschalen op verschillende de ovens, en wordt tijdens de bereiding in hoogtes te plaatsen.
Beschrijving 2.5 Beschikbare accessoires Ovenschaal Op sommige modellen zijn niet alle accessoires aanwezig. Rooster Nuttig om vet op te vangen afkomstig van voedsel op het bovenstaande rooster, of om taarten, pizza's en gebak te bakken. Reductierooster Nuttig voor het gebruik van kleine recipiënten.
Gebruik 3 Gebruik De temperatuur in de ovenruimte kan hoog oplopen 3.1 Waarschuwingen Brand- en ontploffingsgevaar Incorrect gebruik • Gebruik geen spuitbussen in de Gevaar op verbranding nabijheid van het apparaat. • Gebruik of laat geen ontvlambaar • Controleer of de vlamverdelers met de materiaal in de nabijheid van het respectievelijke deksels correct in de apparaat.
Gebruik 3.2 Eerste gebruik Incorrect gebruik 1. Verwijder eventuele beschermfolie aan Beschadiging van de de binnen- en buitenzijde van het oppervlakken apparaat en de accessoires. • Bedek de bodem van de ovenruimte 2. Verwijder eventuele etiketten (behalve niet met aluminiumfolie. het plaatje met de technische gegevens) •...
Pagina 16
Gebruik Roosters en ovenschalen Reductieroosters Roosters en ovenschalen moeten in de De reductieroosters moeten op de roosters zijgeleiders worden geplaatst tot aan het van de kookplaat gelegd worden. eindpunt. Controleer dat deze correct gepositioneerd zijn. • De mechanische veiligheidsblokkeringen om ongewenste verwijdering van de roosters te voorkomen moeten naar beneden en naar de binnenzijde van de ovenruimte gericht zijn.
Gebruik 3.4 Het gebruik van de kookplaat Correcte positie van de vlamverdelers en van de deksels Alle bedieningen en schakelaars bevinden zich op het frontpaneel. Naast elke knop Voordat de branders van de kookplaat wordt de bijhorende brander aangeduid. ingeschakeld worden, moet gecontroleerd Het apparaat is voorzien van een worden of de vlamverdelers correct elektronisch ontstekingsmechanisme.
Gebruik 3.5 Gebruik van de ovens Functies van de hoofdoven Inschakeling van de hoofdoven Circulatie + ventilator Met de combinatie van de Om de hoofdoven in te schakelen: ventilator en het luchtcirculatie • Draai de knop rechtsom op de element (ingebouwd in de gewenste temperatuur tussen 50°C en ovenruimte) kan verschillend 245°C.
Gebruik 3.6 Advies voor bereidingen Onderwarmte De warmte, die enkel van onderaan Algemeen advies komt, eindigt de bereiding van • Gebruik de geventileerde functie om voedsel dat een hogere een gelijkmatige bereiding te bekomen basistemperatuur nodig heeft, op verschillende niveaus. zonder gevolgen voor het bruin •...
Pagina 20
Gebruik • Het voedsel moet gekruid worden Advies voor het ontdooien en het rijzen voordat het wordt bereid. Ook olie of • Er wordt aangeraden om het ingevroren vloeibare boter moet vóór de bereiding voedsel zonder de verpakking in een toegevoegd worden.
Gebruik 3.7 Klok programmeereenheid Instelling van het uur De oven kan niet worden aangeschakeld als de tijd niet is ingesteld. Bij het eerste gebruik of na een stroomonderbreking zullen de cijfers op het display van het apparaat knipperen. 1. Druk tegelijkertijd op de toetsen .
Pagina 22
Gebruik Bereiding met tijdinstelling 6. Druk gelijktijdig op de toetsen om de klok van de programmeereenheid Met bereiding met tijdinstelling te resetten. wordt de functie bedoeld waarmee u met de bereiding kunt Het is niet mogelijk om een beginnen, en deze na een bereidingsduur van langer dan 10 ingestelde tijd kan doen eindigen.
Pagina 23
Gebruik 4. Wacht ongeveer 5 seconden zonder op 2. Druk op de toetsen om de een toets te drukken om de functie te gewenste minuten in te stellen. activeren. Op het display verschijnt het 3. Wacht ongeveer 5 seconden zonder actuele uur samen met de symbolen een toets in te drukken om de instelling van de kookwekker te beëindigen.
Pagina 24
Gebruik Indicatieve tabel bereidingen hoofdzakelijke oven Positie van de Gewicht Temperatuur Tijd Gerechten Functie geleider vanaf (Kg) (°C) (minuten) onderaan Kalfsgebraad Circulatie 180 - 190 90 - 100 Varkenslende Circulatie 180 - 190 70 - 80 Rosbief Circulatie 40 - 45 Gebraden konijn Circulatie 180 - 190...
Pagina 25
Gebruik Indicatieve tabel bereidingen hulpoven Positie van de Gewicht Temperatuur Tijd Gerechten Functie geleider vanaf (Kg) (°C) (minuten) onderaan Lasagne 3 - 4 Statisch 220 - 230 45 - 50 Pasta uit de oven 3 - 4 Statisch 220 - 230 45 - 50 Pizza Statisch...
Reiniging en onderhoud 4 Reiniging en onderhoud Reiniging van de kookplaat, de vlamverdelers en de deksels 4.1 Waarschuwingen 1. Verwijder de elementen van de kookplaat. Incorrect gebruik 2. Reinig met behulp van lauwwarm water Beschadiging van de oppervlakken en een niet-schurend reinigingsmiddel. Verwijder zorgvuldig alle afzettingen •...
Reiniging en onderhoud 4.3 Demontage van de deur Advies voor de reiniging van de ovenruimte Om de reiniging van de oven te vergemakkelijken, kunt u de ovendeur Om de ovenruimte in goede staat te verwijderen en op een theedoek houden, moet hij na afkoeling regelmatig neerleggen.
Reiniging en onderhoud 3. Om de deur weer te monteren, moeten 1. Verwijder de interne ruit door ze achteraan naar boven te trekken, en de scharnieren in de daarvoor bestemde volg de beweging die wordt aangeduid openingen aan de voorkant in de oven door de pijlen (1).
Pagina 29
Reiniging en onderhoud 3. Verwijder de tussenruit door ze op te 5. Plaats de ruiten weer door de heffen naar de andere toe. omgekeerde volgorde van de verwijdering te volgen. 6. Plaats de interne ruit. Centreer en klem de 4 pinnen in de zittingen op de deur, door er lichtjes op te drukken.
Reiniging en onderhoud Verwijdering van de geleiderframes voor 4.5 Buitengewoon onderhoud de roosters/ovenschalen Demontage en montage van de pakking Als de geleiderframes voor de roosters/ De pakking demonteren: ovenschalen worden verwijderd, kan de • Haak de haken in de 4 hoeken los en reiniging van de zijdelen makkelijker trek de pakking naar buiten.
Pagina 31
Reiniging en onderhoud Vervanging van de lamp voor de 4. Draai de lamp los en verwijder ze. binnenverlichting Delen onder elektrische stroom Gevaar voor elektrische schok • Schakel de stroomtoevoer naar het apparaat uit. In de ovenruimte is een 40W-lamp aangebracht.
Installatie 5 Installatie Aansluiting met rubberleiding Controleer of alle volgende voorwaarden 5.1 Gasaansluiting gerespecteerd worden: • of de leiding op het rubber bevestigd is Gaslek met veiligheidsklemmen; Explosiegevaar • of de leiding op geen enkele plaats in aanraking komt met hete wanden (max. •...
Pagina 33
Installatie Draai de slangaansluiting 3 zorgvuldig vast Draai de aansluiting (3) zorgvuldig op de op de gasaansluiting (1) (schroefdraad ½” gasaansluiting 1 van het apparaat, en ISO 228-1) van het apparaat, en breng de breng de pakking (2) ertussen aan. pakking (2) aan.
Pagina 34
Installatie Aansluiting met een flexibele stalen buis Ventilatie van de vertrekken met conische verbinding Het apparaat mag enkel in permanent Voer de aansluiting op het gasnet uit met geventileerde ruimten worden een flexibele stalen slang met continue geïnstalleerd, zoals voorzien wordt door wand, conform de kenmerken van de de toepasselijke normen.
Installatie 5.2 Aanpassing aan de verschillende Na de handeling moet de installateur een conformiteitscertificaat afgeven. gastypes Wanneer andere gastypes worden gebruikt, moeten de straalpijpen op de branders vervangen worden en moet de minimum vlam op de gaskranen geregeld worden. Vervanging van de straalpijpen 1.
Pagina 36
Installatie Regeling van het minimum voor methaan Regeling van het minimum voor of stadsgas vloeibaar gas Schakel de brander in, en stel in op de Draai de schroef naast het staafje van de minimum positie. Verwijder de knop van de kraan helemaal rechtsom.
Pagina 37
Installatie Type van gas en toebehorende landen Type van gas GB-IE FR-BE DE RU DK PL FI-NO 1 Methaan G20 20 mbar • • • • • • • • • • • • G20/25 20/25 mbar • 2 Methaan G25.3 G25.3 25 mbar •...
Pagina 38
Installatie 4 Methaan G2.350 Nominaal thermisch vermogen (kW) Diameter van de straalpijp (1/100 mm) Voorkamer (gedrukt op straalpijp) (F3) Gereduceerd verbruik (W) 1200 5 Vloeibaar gas G30/31 Nominaal thermisch vermogen (kW) Diameter van de straalpijp (1/100 mm) Voorkamer (gedrukt op straalpijp) Gereduceerd verbruik (W) 1300 Nominaal verbruik G30 (g/h)
Installatie 5.3 Elektrische aansluiting Het apparaat kan op de volgende manieren functioneren: Elektrische spanning • 220-240 V 1N~ Gevaar voor elektrische schok • Laat het apparaat aansluiten door gekwalificeerd technisch personeel. • Gebruik een persoonlijk Driepolige kabel 3 x 2,5 mm². beschermingsmiddel.
Pagina 40
Installatie Vaste aansluiting 3. Installeer de voedingskabel. Voorzie de voedingslijn van het apparaat van een meerpolige automatische schakelaar, met een dergelijke afstand tussen de contacten dat de volledige uitschakeling mogelijk is volgens de overspanningscategorie III, zoals door de installatienormen wordt voorgeschreven. Toegang tot het klemmenbord Om de voedingskabel te kunnen aansluiten Draai de schroef van het...
Installatie 5.4 Plaatsing Dit apparaat behoort naargelang het installatietype tot de klasse: Zwaar apparaat Pletgevaar • Plaats het apparaat op het meubel samen met een tweede persoon. Druk op de open deur Gevaar voor beschadiging van het apparaat • Gebruik de deur niet als hefboom om het apparaat in het meubel te plaatsen.
Pagina 42
Installatie Montage van de plint De bijgeleverde plint is een integrerend deel van het product. Ze moet op het apparaat bevestigd worden voordat het apparaat zelf wordt geïnstalleerd. De plint moet steeds correct gepositioneerd en bevestigd worden op het apparaat. 1.
Pagina 43
Installatie Positionering en nivellering van het Montage van de onderplint apparaat De bijgeleverde plint is een Voor een betere stabiliteit moet het integrerend deel van het product. apparaat correct genivelleerd zijn; draai na Deze moet op het apparaat de elektrische en/of gasaansluiting het bevestigd worden voordat het onderste deel van het voetje vast of los tot apparaat zelf wordt geïnstalleerd.
Installatie 5.5 Aanwijzingen voor de installateur • De stekker moet na de installatie toegankelijk blijven. De kabel voor de verbinding met het stroomnet mag niet verbogen of vastgeklemd worden. • Het apparaat moet volgens de installatieschema’s worden geïnstalleerd. • Het schroefdraadelement van de verbinding niet losdraaien of forceren.