6.2.2 Tractor naar de machine rijden
Tussen tractor en machine moet voldoende plaats
blijven om de toevoerleidingen zonder hindernissen
aan te koppelen.
Tractor op voldoende afstand naar de machine
rijden.
6.2.3 Borgketting bevestigen
Afhankelijk van de nationale regelgeving zijn
machines uitgerust met een veiligheidsketting.
Borgketting conform de voorschriften aan de
tractor bevestigen.
6.2.4 Hydraulische slangen aansluiten
Alle hydraulische slangen zijn uitgerust met
handgrepen. De handgrepen hebben gekleurde
markeringen met een getal of een letter als
code. Aan de markeringen zijn de verschillende
hydraulische functies van de drukleiding van een
tractorregeleenheid toegewezen. Bij de markeringen
is folie op de machine gekleefd, die de
desbetreffende hydraulische functies verduidelijken.
Afhankelijk van de hydraulische functie wordt de
tractorregeleenheid in verschillende bedrijfsmodi
gebruikt:
MG6828-NL-II | Z.1 | 04.08.2023 | © AMAZONE
6 | Machine voorbereiden
Machine aankoppelen
CMS-T-00005794-D.1
CMS-I-00004045
CMS-T-00004293-D.1
CMS-I-00007814
CMS-T-00006194-F.1
CMS-I-00000121
49