Opnemen (vervolg)
Opgenomen beelden zijn onscherp. Optische beeldstabilisatie werkt niet goed.
●
De sluitertijd is langer in donkere locaties en de optimale beeldstabilisatie is daar minder effectief.
→ Houd de camera stevig met beide handen vast en houd de armen strak langs uw lichaam.
→ Stel [Dig. zoom] in op [OFF] en [Gevoeligheid] op [AUTO]. (→75, 79)
De [Auto bracket] is niet te gebruiken.
●
Er is slechts geheugencapaciteit voor maximaal 2 beelden.
Opgenomen beelden zien er korrelig uit of er is storing zichtbaar.
●
De ISO-gevoeligheid is hoog of er is een lange sluitertijd.
( De standaardinstelling voor [Gevoeligheid] is [AUTO] – bij binnenopnamen kan interferentie
optreden.)
→ Verlaag de [Gevoeligheid] (→75).
→ Neem beelden op locaties met meer licht.
●
De camera is ingesteld op de scènemodus [H. gevoeligh.].
(Het beeld wordt iets korreliger vanwege de hoge gevoeligheid)
De helderheid of kleuren van de opname zijn niet levensecht.
●
Wanneer u opnamen maakt onder een tl- of LED-lamp enzovoort, kunt u als u de sluitertijd verkort
kleine veranderingen opmerken in helderheid en kleur. Deze zijn een gevolg van de kenmerken van
de lichtbron en geven geen storing aan.
●
Wanneer u onderwerpen opneemt op extreem lichte locaties of onder tl-verlichting, LED-verlichting,
een kwiklamp, natriumverlichting enzovoort, kunnen de kleuren en de helderheid van het scherm
veranderen of kunnen horizontale balken op het scherm verschijnen.
Tijdens het opnemen of het halverwege indrukken van de ontspanknop
kan een rode band op het lcd-scherm verschijnen of kan het volledige
scherm een roodachtige tint hebben.
●
Dit is kenmerkend voor de CCD en kan zich voordoen als het onderwerp felle
lichtpunten bevat. Er kan rond deze gebieden wat onscherpte optreden, maar
dit is normaal. Dit wordt opgenomen in films, maar niet in foto's.
●
Het is aanbevolen bij het opnemen van beelden dat u het scherm van sterke
lichtbronnen zoals zonlicht weg houdt.
De filmopname stopt halverwege.
●
Bij sommige kaarten kan het toegangsscherm kort verschijnen na het opnemen en kan het
opnemen halverwege stoppen.
●
Als het opnemen stopt bij gebruik van een kaart in de aanbevolen snelheidsklasse (→21), dan is
de gegevensschrijfsnelheid verminderd. In dat geval raden we u aan van alle gegevens op de
geheugenkaart een reservekopie te maken en die opnieuw te formatteren (→49).
Het volume van de pieptoon is laag.
●
De luidspreker wordt geblokkeerd.
Er kan niet vast op het onderwerp worden scherpgesteld. (De Tracking AF faalt.)
●
Als de kleur van het onderwerp vrijwel gelijk is aan die van de achtergrond, kan de Tracking AF niet
altijd werken. Stel de AF-vergrendeling in op de kleuren die karakteristiek zijn voor het onderwerp.
Vraag en antwoord Storingen verhelpen
- 108 -
VQT4K68