1
VOORGAS
Bij het TIG-lassen is dit de voorstroomtijd van het
beschermgas. Bij het lassen met beklede elektrode
wordt deze functie niet gebruikt.
2
STARTSTROOM
Deze functie bepaalt de initiële stroom bij de start
van het TIG-lassen. Een uitleg van de start vindt u
hieronder bij 'TIG-stappen met toortsschakelaar'.
3
OPG. FLANK
Bij het TIG-lassen bepaalt dit de lineaire toename
vanaf de startstroom naar de ingestelde lasstroom.
Bij onderstaand hoofdstuk 'TIG-stappen met
toortsschakelaar' vindt u een toelichting van het
activeren van de stijgende flank (upslope). Bij het
lassen met beklede elektrode wordt deze functie
niet gebruikt.
4
INGESTELDE LASSTROOM
Instelling van de gewenste lasstroom.
4a INSCHAKELDUUR (PULS AAN-TIJD)
Als pulserend lassen is ingeschakeld, bepaalt deze
functie de aan-tijd van de puls. Tijdens de aan-tijd
is de lasstroom gelijk aan de ingestelde lasstroom.
4b FREQUENTIE
Als pulserend lassen is ingeschakeld, bepaalt deze
functie de pulsfrequentie in Hz, van de in de figuur
aangeduide blokgolf.
4d DALSTROOM
Als pulserend lassen is ingeschakeld, bepaalt deze
functie de dalstroom van het pulserend lassen. Dit
is de lasstroom tijdens het lage deel van de
pulsgolfvorm.
5
NEERG. FLANK
Bij het TIG-lassen bepaalt dit de lineaire afname
vanaf de ingestelde lasstroom naar de uitkrater-
stroom. Bij onderstaand hoofdstuk 'TIG-stappen
met toortsschakelaar' vindt u een toelichting van het
activeren van de dalende flank (downslope). Bij het
lassen met beklede elektrode wordt deze functie
niet gebruikt.
6
KRATEREN
Deze functie bepaalt de eindstroom na de dalende
flank. Een uitleg van het uitkrateren vindt u
hieronder bij 'TIG-stappen met toortsschakelaar'.
7
NAGAS
Bij het TIG-lassen is dit de nastroomtijd van het
beschermgas. Bij het lassen met beklede elektrode
wordt deze functie niet gebruikt.
Tijdens het lassen heeft de SEL-toets de volgende
functies:
Lasstroom secundair
Als pulserend lassen is ingeschakeld, zijn de
volgende parameters hiermee instelbaar:
inschakelduur (%), frequentie (Hz) en dalstroom (%).
De nieuwe parameterwaarde wordt automatisch
opgeslagen.
Nederlandse
Tig lasvolgordes (alleen op model 170TX)
Elke keer dat u op de toets drukt,
gaat een volgende led branden:
1
S
2
%
3
S
4
5
6
7
1
VOORGAS
Bij het TIG-lassen is dit de voorstroomtijd van het
beschermgas. Bij het lassen met beklede elektrode
wordt deze functie niet gebruikt.
2
STARTSTROOM
Deze functie bepaalt de initiële stroom bij de start
van het TIG-lassen. Een uitleg van de start vindt u
hieronder bij 'TIG-stappen met toortsschakelaar'.
3
OPG. FLANK
Bij het TIG-lassen bepaalt dit de lineaire toename
vanaf de startstroom naar de ingestelde lasstroom.
Bij onderstaand hoofdstuk 'TIG-stappen met
toortsschakelaar' vindt u een toelichting van het
activeren van de stijgende flank (upslope). Bij het
lassen met beklede elektrode wordt deze functie
niet gebruikt.
4
INGESTELDE LASSTROOM
Instelling van de gewenste lasstroom.
5
NEERG. FLANK
Bij het TIG-lassen bepaalt dit de lineaire afname
vanaf de ingestelde lasstroom naar de uitkrater-
stroom. Bij onderstaand hoofdstuk 'TIG-stappen
met toortsschakelaar' vindt u een toelichting van het
activeren van de dalende flank (downslope). Bij het
lassen met beklede elektrode wordt deze functie
niet gebruikt.
6
KRATEREN
Deze functie bepaalt de eindstroom na de dalende
flank. Een uitleg van het uitkrateren vindt u
hieronder bij 'TIG-stappen met toortsschakelaar'.
7
NAGAS
Bij het TIG-lassen is dit de nastroomtijd van het
beschermgas. Bij het lassen met beklede elektrode
wordt deze functie niet gebruikt.
Tijdens het lassen is de SEL-drukknop niet
ingeschakeld.
De nieuwe parameterwaarde wordt automatisch
opgeslagen.
14
A
S
%
S
Nederlandse