Installatie en Bediening
Algemene omschrijving
De Invertec 170TX/TPX en 220TPX zijn
booglasstroombronnen met constante stroom en
continue regeling voor de beklede elektrode en het TIG
proces. Ze bieden superieure en betrouwbare
startkarakteristieken en stabiliteit van de boog.
De 220TPX heeft een PFC invoer die de vereisten voor
de ingaande voedingsstroom vermindert en bediening
met een breed ingaande spanningsbereik mogelijk
maakt.
Lees dit hoofdstuk geheel alvorens het apparaat te
installeren of te gebruiken.
Plaats en omgeving
Deze machine werkt onder zware omstandigheden.
Enkele eenvoudige voorzorgsmaatregelen garanderen
een betrouwbare werking en lange levensduur.
Plaats het apparaat niet op een ondergrond die meer
dan 15° uit het lood ligt (van horizontaal).
Gebruik dit apparaat niet voor het ontdooien van
waterleidingen.
Plaats de machine daar waar er een vrije circulatie
van schone lucht is, zonder beperking van de
uitgaande lucht vanuit de ventilatieopeningen.
Bedek de ingeschakelde machine niet met papier,
doek of iets dergelijks.
Beperk het opzuigen van stof en vuil tot een minimum.
Deze machine heeft een IP23 beschermingsgraad.
Houd de machine zo veel mogelijk droog en plaats
hem niet op vochtige grond of in plassen.
Plaats het apparaat zo mogelijk weg van radio-
bestuurde apparatuur. Normaal gebruik kan de
werking van dichtbijzijnde radiobestuurde apparatuur
negatief beïnvloeden, met ongevallen of schade tot
gevolg. Lees het hoofdstuk Elektromagnetische
Compatibiliteit van deze gebruiksaanwijzing.
Gebruik het apparaat niet op plaatsen met een
omgevingstemperatuur van meer dan 40 °C.
Primaire aansluiting
De machine is kan met diverse ingangsspanningen
werken. Toch dient u voor installatie en inschakeling
de spanning, het aantal fasen en de frequentie van de
elektriciteitsvoorziening te controleren. Het toelaatbare
spanningsgebied, het aantal fasen en de frequentie zijn
vermeld in de technische gegevens in deze handleiding
en op het typeplaatje van het apparaat. Zorg dat
het apparaat geaard is.
Controleer of het aansluitvermogen voldoende is voor
normaal gebruik van het apparaat. De zekeringswaarde
en doorsnede van de voedingskabel staan in de technische
specificaties van deze gebruiksaanwijzing.
Voedingsspanning van generatoren
Het apparaat is geschikt voor gebruik met een generator,
zolang het gegenereerde vermogen van deze generator
voldoende is en voldoet aan de specificaties voor spanning
en frequentie zoals omschreven in het hoofdstuk
'Technische Specificaties' van deze gebruiksaanwijzing.
De voedingszijde van de generator moet ook voldoen
aan de onderstaande voorwaarden:
Nederlandse
Piekwaarde van de wisselspanning: minder dan
410V.
Frequentie van de wisselspanning: tussen 50 en
60 Hz.
Effectieve waarde (RMS) van de wisselspanning:
van 115V tot 230V ± 15%.(voor 220TPX)
230vac ± 15%.(voor 170TX/TPX)
Het is belangrijk bovenstaande te controleren omdat
veel aggregaten hogere piekspanningen genereren.
Aansluiten op dit soort aggregaten kan beschadiging
tot gevolg hebben en wordt afgeraden.
Secundaire aansluitingen
Een snelkoppelingssysteem met Twist-Mate
kabelstekers wordt gebruikt voor het aansluiten van de
las- en werkstukkabel. Lees de volgende paragraaf voor
nadere informatie over het aansluiten t.b.v. lassen met
beklede elektrode (MMA) of TIG-lassen (GTAW).
Aansluiting (+): Positieve aansluiting aan het
lascircuit.
Aansluiting (–): Negatieve aansluiting aan het
lascircuit.
Lassen met beklede elektrode (MMA)
Bij dit apparaat is geen MMA-kit met laskabels
meegeleverd, deze moeten afzonderlijk worden
aangeschaft. Zie het hoofdstuk Accessoires voor meer
informatie.
Bepaal de polariteit waarop de te verlassen elektrode
moet worden aangesloten. Raadpleeg de gegevens van
de elektrode. Sluit de las- en werkstukkabel conform
aan. Hieronder is het aansluiten voor het lassen aan de
+ (DC+) afgebeeld.
Verbind de laskabel met de (+) aansluiting en de werk-
stukkabel met de (–) aansluiting. Steek de stekker in de
stekkerdoos en draai deze ongeveer ¼ slag met de klok
mee. Draai hem niet te vast.
Verwissel de kabels als u aan de (–) wilt lassen. De
werkstukkabel komt dan aan de (+), de elektrodehouder
aan de (–).
TIG-lassen (GTAW)
Bij dit apparaat is geen TIG-lastoorts bijgeleverd. Deze
moet afzonderlijk worden aangeschaft. Zie het
hoofdstuk Accessoires voor meer informatie.
TIG-lassen wordt meestal gedaan met negatieve
gelijkspanning, zoals hier afgebeeld. Als positieve
gelijkspanning nodig is, moeten de kabel verwisseld
worden.
8
Nederlandse