20
|
Configuratie
20 Configuratie
20.1 Lokale instelling
(1)
Lokale instellingen worden als volgt gedefinieerd:
• M: Standnummer – Eerste cijfer: voor groep units – Cijfer tussen haakjes: voor afzonderlijke unit
• SW: Nummer instelling
• —: Waardenummer
•
: Standaard
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
76
Voer de volgende lokale instellingen uit in overeenstemming met de echte
installatie en met de behoeften van de gebruiker:
▪
Plafondhoogte
▪
Statische druk
▪
Luchtvolume bij uitgeschakelde thermostaatregeling
▪
Tijd om filter te reinigen
▪
Selectie thermostaatsensor
▪
Differentieel voor automatische omschakeling
▪
Automatisch herstarten na stroomonderbreking
▪
Instelling T1/T2-input
INFORMATIE
▪
De ventilatorsnelheid van de binnenunit is vooraf ingesteld om de standaard
uitwendige statische druk te verzekeren.
▪
Om een hogere of lagere uitwendige statische druk in te stellen, stelt u de initiële
instelling terug met de gebruikersinterface.
Instelling: Plafondhoogte
Deze instelling moet overeenstemmen met de echte afstand tot de vloer,
capaciteitsklasse en luchtuitblaasrichtingen.
Bij een afstand tot de vloer van (m)
≤2,7
2,7<x≤3,0
3,0<x≤3,5
Instelling: Statische druk
Verander het waardenummer (—) volgens de externe statische druk van het aan te
sluiten kanaal zoals aangegeven in de tabel hierna. Zie de technische documentatie
voor meer informatie.
(1)
Instelling
M
SW
13(23)
5
Externe statische druk
—
01
Standaard
02
Instelling hoge statische druk
(1)
Dan
M
SW
13 (23)
0
FXDA10~63A2VEB
VRV-systeemairconditioner
4P599621-1B – 2022.02
—
01
02
03