16
|
Installatie van de unit
16.2.3 Richtlijnen bij de installatie van de afvoerleiding
Algemene richtlijnen
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
56
Voor luchtinlaatzijde: lokaal te voorzien
Voor luchtuitlaatzijde: op de unit
c Binnenunit
d Isolatie (lokaal te voorzien)
e Stoffen kanaal (lokaal te voorzien)
f Aluminiumtape (lokaal te voorzien)
3 Draai aluminiumtape rond de aansluiting van de flens met het kanaal aan
beide zijden. Controleer of er geen lucht ontsnapt aan de andere
aansluitingen.
4 Isoleer het kanaal om condensatie te voorkomen. Gebruik glaswol of
polyethyleenschuim met een dikte van 25 mm.
▪
Filter. Monteer een luchtfilter in het luchtkanaal aan de luchtinlaatzijde. Gebruik
een luchtfilter met een afscheidingsgraad van ≥50% (gravimetrische methode).
Het bijgeleverde filter wordt niet gebruikt wanneer het kanaal op de
luchtinlaatzijde is aangesloten.
Zorg ervoor dat het condenswater goed kan worden afgevoerd. Dit omvat:
▪
Algemene richtlijnen
▪
Koelmiddelleiding aansluiten op de binnenunit
▪
Controleren op waterlekken
▪
Leidinglengte. Houd de afvoerleiding zo kort mogelijk.
▪
Leidingmaat. De leidingmaat moet gelijk aan of groter dan de verbindingsleiding
zijn (plastic buis met een nominale diameter van 20 mm en buitendiameter van
26 mm).
▪
Helling. De afvoerleiding moet afhellen (minstens 1/100) om te voorkomen dat
er lucht in de leiding blijft zitten. Gebruik hangstaven zoals afgebeeld.
a Ophangbeugel
Toegestaan
Niet toegestaan
▪
Condensatie. Neem maatregelen tegen condensatie. Isoleer de volledige
afvoerleiding in het gebouw.
▪
Stijgleiding. Indien nodig kunt u een stijgleiding installeren om in een helling te
voorzien.
-
Helling afvoerslang: 0~75 mm om belasting op de leiding en luchtbellen te
voorkomen.
-
Stijgleiding: ≤300 mm van de unit, ≤625 mm loodrecht op de unit.
1~1.5 m
a
FXDA10~63A2VEB
VRV-systeemairconditioner
4P599621-1B – 2022.02