19
|
Inbedrijfstelling
19.3 Controlelijst voor de inbedrijfstelling
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
74
OPMERKING
Koelstand. Laat het systeem proefdraaien in de koelstand om afsluiters die niet
openen te detecteren. Zelfs als de gebruikersinterface was ingesteld op verwarmen,
werkt de unit gedurende 2‑3 minuten in de koelstand (terwijl het
verwarmingssymbool op de gebruikersinterface staat), waarna zij automatisch
overschakelt naar de verwarmingsstand.
1 Controleer na de installatie van de unit de hierna vermelde punten.
2 Sluit de unit.
3 Schakel de unit in.
Lees de volledige instructies voor installatie en gebruik, zoals beschreven in de uitgebreide
handleiding voor de installateur en de gebruiker.
Installatie
Controleer of de unit correct is geïnstalleerd om abnormale geluiden en trillingen te
voorkomen bij het opstarten van de unit.
Afvoer
De afvoer moet vlot stromen.
Mogelijk gevolg: Er kan condenswater naar beneden druppelen.
Kanaal
Controleer of het kanaal goed geïnstalleerd en geïsoleerd is.
Lokale bedrading
Controleer of de lokale bedrading volgens de in het hoofdstuk
4
installatie" [
67] beschreven instructies, de bedradingsschema's en de geldende wetgeving
is uitgevoerd.
Voedingsspanning
Controleer de voedingsspanning op het lokale voedingspaneel. De spanning MOET
overeenstemmen met de spanning op het naamplaatje van de unit.
Aardingsbedrading
Controleer of de aardingskabels goed zijn aangesloten en de aardingsklemmen stevig zijn
vastgemaakt.
Zekeringen, stroomonderbrekers of beveiligingen
Controleer of de zekeringen, de stroomonderbrekers of de lokaal geïnstalleerde
beveiligingen van het in het hoofdstuk
grootte zijn. Controleer of er geen zekering of beveiliging is overbrugd.
Interne bedrading
Controleer of er geen losse aansluitingen of beschadigde elektrische componenten in de
elektrische componentenkast en binnenin de unit zichtbaar zijn.
Leidingdiameter en leidingisolatie
Installeer leidingen met de juiste diameter en isoleer ze zoals voorgeschreven.
Beschadigde apparatuur
Controleer de binnenkant van de unit op beschadigde onderdelen of platgedrukte
leidingen.
Lokale instellingen
Controleer of alle gewenste lokale instellingen zijn ingesteld. Zie
4
instelling" [
76].
4
"18 Elektrische
installatie" [
"18 Elektrische
67] vermelde type en
"20.1 Lokale
FXDA10~63A2VEB
VRV-systeemairconditioner
4P599621-1B – 2022.02