?
Geen geluidsweergave of zeer laag volume.
✔
De demper is ingeschakeld.
Schakel de demper uit.
✔
De fader- of balansinstellingen zijn volledig
naar één kant ingesteld.
Stel de fader- en/of balansinstellingen terug.
✔
De ingangs-/uitgangskabels of de
bedradingsbundel zijn niet correct
aangesloten.
Sluit de ingangs-/uitgangskabels of de
bedradingsbundel correct aan.Zie het
hoofdstuk <INSTALLATIE HANDLEIDING>.
?
Slechte geluidskwaliteit of vervormd geluid.
✔
Eén van de luidsprekerkabels wordt door een
schroef in de auto geklemd.
Controleer de bedrading van de luidspreker.
✔
De bedrading van de luidsprekers is niet
correct.
Sluit de luidsprekerkabels opnieuw aan zodat
elke uitgangsaansluiting op een andere
luidspreker is aangesloten.
?
Ontvangst van radio-uitzendingen is slecht.
✔
De antenne van de auto is niet uitgetrokken.
Trek de antenne zo ver mogelijk uit.
✔
De antennekabel is niet aangesloten.
Sluit de kabel juist aan, zie het hoofdstuk
<INSTALLATIE HANDLEIDING>.
?
Het geheugen wordt gewist wanneer het
contact wordt uitgeschakeld.
✔
De accukabel is niet op de juiste aansluiting
aangesloten.
Sluit de kabel juist aan, zie het hoofdstuk
<INSTALLATIE HANDLEIDING>.
✔
De ontstekings- en de accukabel zijn niet juist
aangesloten.
Sluit de kabel juist aan, zie het hoofdstuk
<INSTALLATIE HANDLEIDING>.
?
De telefoondempingfunctie werkt niet.
✔
De telefoondempingkabel is niet goed
aangesloten.
Sluit de kabel juist aan, zie het hoofdstuk
<INSTALLATIE HANDLEIDING>.
De telefoondempingfunctie wordt
?
ingeschakeld maar de telefoondempingkabel
is niet aangesloten.
✔
De telefoondempingkabel raakt een metalen
deel van de auto.
Verwijder de telefoondempingkabel van het
metalen deel van de auto.
?
Schakelt niet over naar de videoweergave van
de achteruitkijkcamera wanneer op de toets
[V.SEL] wordt gedrukt.
✔
De kabel van de achteruitsensor is
losgekoppeld.
Sluit de kabel juist aan, zie het hoofdstuk
<INSTALLATIE HANDLEIDING>.
61
|
Nederlands