Voor de ingebruikneming
Audiobediening
U kunt de audiobalans tussen voor en achter en rechts en links regelen.
Het audiobediening 1-scherm
weergeven
Audiobediening 1-scherm (Audio Control 1)
1
4
5
3
2
7
- 1
1
Het audiobediening 2-scherm
weergeven
Audiobediening 2-scherm (Audio Control 2)
Me n u
BMS AMP Bass
11
BMS AMP FREQ
13
Audio Control 2
6
5
6
8
8
7
9
10
11
F l a t
12
12
Low
Normal
1 Regelt het volume.
2 Keert terug naar het bedieningsscherm van de
vorige bron.
3 Roept het instelmenu op. (zie bladzijde 37)
4 Roept het geluidseffectenmenu op.
5 Regelt de volumebalans rechts en links.
1
6 Regelt de volumebalans voor en achter.
7 Regelt het volume van de huidige bron op grond
van het niveauverschil van het oorspronkelijke
volume.
• Als u het volume eerst hebt verhoogd en daarna verlaagd
1
met "Vol. Offset", kan het weergegeven geluid uitermate
hoog zijn bij het plots overschakelen naar een andere bron.
8 Regelt het subwoofervolume.
9 Schakelt de loudness-regelfunctie aan of uit.
Als de functie op "On" staat, worden de hoge en de
lage tonen automatisch versterkt bij laag volume.
(
On)
p Geeft het audiobediening 2-scherm weer.
q Regelt de lagetonenversterking van de B.M.S-
vermogensversterker (optioneel accessoire).
• Op sommige vermogensversterkermodellen kunt u de
versterking niet op "+18" instellen. Zie de catalogus of
gebruiksaanwijzing van de vermogensversterker.
w Stelt de middenfrequentie van de
lagetonenversterking ingesteld voor "AMP Bass"
in. Als u de middenfrequentie op "Low" zet, zal ze
ongeveer 20% tot 30% dalen.
e Geeft het audiobediening 1-scherm weer.
55
|
Nederlands