enveloppen
richtlijnen
Gebruik geen enveloppen die: klemmetjes of vensters bevatten; dikke,
onregelmatige of gekrulde randen hebben; glanzen of reliëf hebben;
gekreukeld, gescheurd of anderszins beschadigd zijn.
Lijn de randen van de envelop uit voordat u deze in de invoerlade plaatst.
capaciteit invoerlade: maximaal 20 enveloppen
voorbereiding voor het afdrukken
1. Verwijder de uitvoerlade en verwijder vervolgens al het papier uit de
invoerlade.
2. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de
papierlengtegeleider naar voren.
3. Plaats de enveloppen met de afdrukzijde omlaag en de flap naar links aan de
rechterkant van de invoerlade. Schuif de enveloppen zo ver mogelijk in de
printer.
4. Schuif de papiergeleiders stevig tegen de enveloppen.
5. Plaats de uitvoerlade terug.