6
knop
•
De cursor gaat of markeert naar rechts of links.
7
knop
•
De cursor gaat of markeert omhoog of omlaag.
8
Knop (SET)
•
Bevestig het invoeren van waarden.
9
Knop (Contacten)
•
U gaat naar het menu Adresboek voor fax- en scanfuncties.
10
Knop (Herhalen/pauze)
•
Een telefoonnummer wordt opnieuw gekozen.
•
Een telefoonnummer wordt gepauzeerd.
11 Knop
•
De huidige verwerking of wachtende taak wordt geannuleerd.
12 LED Zwart/wit of kleur
•
Gaat branden om aan te geven welke kleurmodus is geselecteerd.
13
•
De kleurmodus wordt veranderd.
14
Knop (Start)
•
Een taak wordt gestart.
15
Knop (Backspace)
•
Tekens en cijfers worden verwijderd.
16
Knop (Snelkiezen)
•
Een opgeslagen telefoonnummer wordt gekozen.
17 Numeriek toetsenbord
•
Er worden tekens en cijfers ingevoerd.
18 Knop (Alles wissen)
•
De huidige instelling wordt teruggezet en u keert terug naar het
hoofdmenu.
19
Knop (Terug)
236
Operatorpaneel
(Annuleren)
Knop (Kleurmodus)