•
Voor de beste prestaties gebruikt u enveloppen van 75 g/m
papier. U kunt als maximaal gewicht 105 g/m
de enveloppeninvoer, zolang het katoengehalte niet meer dan 25%
bedraagt. Enveloppen met een 100% katoengehalte mogen niet zwaarder
zijn dan 90 g/m
•
Gebruik alleen onbeschadigde enveloppen die u net hebt uitgepakt.
•
Gebruik enveloppen die bestand zijn tegen temperaturen van 205 °C
zonder dat ze gaan plakken, sterk omkrullen, rimpelen en zonder dat er
gevaarlijke stoffen vrijkomen. Als u twijfels hebt over de enveloppen die u
wilt gebruiken, raadpleegt u de leverancier van de enveloppen.
•
Stel de geleider in op de breedte van de enveloppen.
•
Voor het plaatsen van enveloppen in de MPF of PSI moet de te bedrukken
zijde naar boven gericht zijn.
•
Zie "Afdrukmedia inleggen in de multifunctionele invoer (MPF)" op
pagina 59 of "Inleggen van Afdrukmedia in de Vookeurspapierinvoer
(PSI)" op pagina 66 voor aanwijzingen voor het inleggen van een envelop.
•
Gebruik tijdens een afdruktaak slechts één formaat envelop.
•
Zorg dat de luchtvochtigheid niet te hoog is, want door een hoge
luchtvochtigheid (meer dan 60%) en de hoge temperatuur bij het
afdrukken kunnen de enveloppen worden dichtgeplakt.
•
Voor de beste resultaten gebruikt u geen enveloppen die:
–
sterk gekruld of kromgetrokken zijn
–
samenkleven of beschadigd zijn
–
vensters, openingen, perforaties, inkepingen of opdruk hebben
–
metalen clips, koordsluitingen of metalen vouwranden hebben
–
ineengrijpende flappen hebben
–
van postzegels zijn voorzien
–
ingekeepte randen of gebogen hoeken hebben
–
een ruw, gerimpeld, of geplooid oppervlak hebben
2
(24 lb bond).
2
(20 lb bond)
2
(28 lb bond) gebruiken voor
Afdrukmediarichtlijnen
207