De startfunctie van de crossfader
gebruiken
Om de startfunctie van de crossfader te gebruiken, stelt u de [CROSS
FADER ASSIGN]-schakelaar van het kanaal dat u naar [A] of [B] wilt
verplaatsen, in.
1 Stel de cue in.
Pauzeer op de positie vanwaar u wilt beginnen met afspelen en druk
vervolgens op de [CUE]-knop voor het bijbehorende deck.
! Cues kunnen ook worden ingesteld door de crossfader naar de
linker- of de rechterrand te verplaatsen terwijl u op de [SHIFT]-
knop drukt in de pauzestand.
2 Verschuif de crossfader naar de positie bij de
linker- of de rechterrand.
Schuif de regelaar naar de tegenovergestelde rand van het kanaal
waarvoor u de fader-startfunctie wilt gebruiken.
3 Terwijl u op de [SHIFT]-knop drukt, verplaatst u de
crossfader in tegengestelde richting vanaf de linker-
of de rechterrand.
Het afspelen van het muziekstuk begint vanaf het ingestelde cue-punt.
! Wanneer u tijdens het afspelen de crossfader naar de
oorspronkelijke positie terugzet terwijl u op de [SHIFT]-knop
drukt, keert het muziekstuk onmiddellijk terug naar het
ingestelde cue-punt en wordt de pauzestand geactiveerd (Back
Cue).
! Als u geen cue hebt ingesteld, start het afspelen vanaf het begin
van het muziekstuk.
! Wanneer u de crossfader van de linker- naar de rechterrand
verplaatst (of van de rechter- naar de linkerrand) terwijl u op de
[SHIFT]-knop drukt en op een cue staat, begint het muziekstuk af
te spelen vanaf het ingestelde cue-punt.
De snelheidssampler gebruiken
Als de stand voor de snelheidssampler aan staat, wijzigt het
volumeniveau van de sample volgens de hoeveelheid kracht die wordt
gebruikt om op de performancepads te tikken. Het volumeniveau stijgt
als u met grote kracht op de performancepads tikt en daalt als u er zacht
op tikt.
Als de stand voor de snelheidssampler is uitgeschakeld, wordt het geluid
getriggerd bij het volumeniveau dat is ingesteld met de Serato DJ Pro-
software, ongeacht de kracht waarmee u op de perfomancepads tikt.
De stand voor de snelheidssampler
inschakelen
De stand voor de snelheidssampler wordt ingeschakeld als u gedurende
1 seconde of langer op de knop voor de [SAMPLER]-stand drukt.
De stand voor de snelheidssampler
uitschakelen
Als u op de knop voor de [SAMPLER]-stand drukt, wijzigt de stand naar
de normale samplerstand (de stand voor de snelheidssampler wordt
uitgeschakeld).
! In de stand voor de hulpprogrammatuur kunnen de snelheidscurve
en de functie Na aanraking worden ingesteld.
Als Na aanraking is ingeschakeld, verandert het samplevolume
terwijl de performancepad ingedrukt wordt gehouden naargelang de
kracht waarmee op de pad wordt gedrukt.
= "De instelling van de snelheidscurve van de
snelheidssamplerstand wijzigen" (p.34)
= "De instelling Na Aanraking inschakelen in de
snelheidssamplerstand" (p.35)
Analyseren van muziekstukken
Als er muziekstukken op de decks geladen zijn door op de [LOAD]-knop
op dit apparaat te drukken, worden de muziekstukken geanalyseerd.
Het kan wel even duren vooraleer de analyse is voltooid en de BPM en
golfvorm worden weergegeven.
Als de Serato DJ Pro-software wordt gebruikt als offlinespeler, kunnen
muziekstukken vooraf worden geanalyseerd. Voor muziekstukken
waarvan de analyse is voltooid, worden de BPM en golfvorm onmiddellijk
weergegeven als de muziekstukken naar de decks worden geladen.
Voor meer informatie omtrent het gebruik van de Serato DJ Pro-software
als offlinespeler en instructies voor het analyseren van muziekstukken,
raadpleegt u de Serato DJ Pro-softwarehandleiding.
! Afhankelijk van het aantal muziekstukken kan de analyse even duren.
Gebruiken van effecten
Serato DJ Pro heeft twee effectgeneratoren, FX1 en FX2. De effecten
kunnen worden toegepast op het geselecteerde deck. Hieronder wordt
beschreven hoe u dit apparaat gebruikt om een effectgenerator toe te
wijzen aan kanaal 1 (FX1).
Schermweergave effectgenerator Serato DJ Pro
Meervoudige FX-stand: Er kunnen maximaal drie effecten per
effectgenerator worden geselecteerd en elk effect heeft één instelbare
parameter.
1
1
5
4
5
4
Enkelvoudige FX-stand: Er kan één effect worden geselecteerd per
effectgenerator en er zijn meerdere instelbare parameters.
1
5
4
4
4
1 Dit geeft het effecttype aan.
2 Dit geeft de effecttijd aan.
3 Dit geeft het nummer aan van het deck waaraan de
effectgenerator is toegewezen.
4 Dit geeft de effectparameterstatus aan.
5 Dit geeft aan of het effect aan of uit staat.
In de meervoudige FX-stand werken
1 Zet de DJ-FX-stand in de meervoudige FX-stand op
het scherm van Serato DJ Pro.
Geef het [FX]-paneel weer en klik op de meervoudige FX-stand.
1
2
3
5
4
2
3
4
4
Nl
27