10
Wanneer [Papierformaat (Paper Size)]
wordt weergegeven, selecteert u het
formaat van het geplaatste papier
en drukt u vervolgens op de knop
<ENTER>.
Meer info
● Als [Aangepast] wordt geselecteerd voor
[Papierformaat], moet u het aangepaste
formaat registreren. Voor informatie over hoe u
het aangepaste formaat registreert, raadpleegt
"Afdrukken op papier van een aangepast
u
formaat" op p. 71
.
11
Druk op de knop <BACK (TERUG)>
totdat [Config univ. cassette
(MPTray Config)] wordt weergegeven.
12
Druk op de bladerknop
[papiersoort (Media Type)] te
selecteren en druk vervolgens op de
knop <ENTER>.
13
Druk op de bladerknop
geplaatste papiersoort te selecteren en
druk vervolgens op de knop <ENTER>.
om
om de
- 67 -
Afdrukken vanuit de universele cassette
14
Druk op de knop <BACK (TERUG)>
totdat [Config univ. cassette
(MPTray Config)] wordt weergegeven.
15
Druk op de bladerknop
[Papiergewicht (Media Weight)] te
selecteren en druk vervolgens op de
knop <ENTER>.
16
Druk op de bladerknop
gewicht van het geplaatste papier te
selecteren en druk vervolgens op de
knop <ENTER>.
17
Druk op de knop <ON LINE (ONLINE)>
om de menumodus te verlaten.
18
Open het bestand dat u wilt afdrukken
en druk het af door de onderstaande
procedures te volgen.
2
om
om het