Inhoudsopgave
Advertenties
Andere problemen
Probleem
De printer begint
niet af te drukken.
3
Het scherm is leeg. De printer bevindt zich in de
De afdrukgegevens
worden niet
verzonden naar de
printer.
Er is een abnormaal
geluid te horen.
Er is een zoemend
geluid te horen.
Het duurt enige
tijd voordat het
afdrukken wordt
gestart.
Te controleren aspecten
Er wordt een fout weergegeven op
het bedieningspaneel.
De ethernet- of USB-kabel is
ontkoppeld.
Er is iets mis met de ethernet- of
USB-kabel.
De printer ondersteunt uw ethernet-
of USB-kabel niet.
Er is mogelijk iets mis met de
afdrukfunctie.
De interface is uitgeschakeld.
De printerdriver van de printer is niet
geselecteerd.
De opgegeven poort voor de
printerdriver is niet juist.
slaapstand.
De ethernet- of USB-kabel is defect.
De time-outperiode die ingesteld is
op de computer, is verstreken.
De printer staat schuin.
Er bevindt zich een stuk papier of
een vreemd voorwerp in de printer.
De kap aan de bovenzijde is open.
De printer drukt af op zwaar of
dun papier terwijl de temperatuur
binnenin hoog is.
De printer is aan het opwarmen
vanuit de energiespaarstand of de
slaapstand.
De printer is mogelijk de image drum
aan het reinigen.
De printer is de temperatuur van de
fuser aan het instellen.
De printer is gegevens van een
andere interface aan het verwerken.
Oplossing
Controleer de foutcode en volg de
instructies op het scherm.
Sluit de ethernet- of USB-kabel goed
aan.
Gebruik een andere ethernet- of
USB-kabel.
● Gebruik een kabel die compatibel
is met USB 2.0.
● Gebruik een kabel die compatibel
is met Ethernet-10BASE-
T/100BASE-TX.
Druk op de knop <ENTER>
en selecteer vervolgens [Info
afdrukken] > [Configuratie].
Vervolgens drukt u de inhoud van de
instellingen af om de afdrukfunctie te
controleren.
Druk op de knop <ENTER>
en selecteer vervolgens
[Beheerdersinst.] > [Netwerk
instellingen]. Schakel vervolgens
de interface in die u gebruikt.
Stel de printerdriver van de printer in
als standaardprinter.
Geef de poort op waarop de
ethernet- of USB-kabel aangesloten
is.
Controleer of de knop <POWER
SAVE (ENERGIESPAARSTAND)>
oplicht en druk op de knop <POWER
SAVE (ENERGIESPAARSTAND)> om
de printer te activeren.
Sluit een nieuwe kabel aan.
Stel een langere time-outperiode in.
Plaats de printer op een vlakke
ondergrond.
Controleer de binnenkant van de
printer en verwijder alle voorwerpen.
Sluit de kap aan de bovenzijde.
Dit is geen storing. U kunt doorgaan
met het proces.
Druk op de knop <ENTER>
en selecteer vervolgens
[Beheerdersinst.] > [Stroom
inst.] > [Energiespaarstand] /
[Slaap]. Vervolgens schakelt u beide
standen uit.
Wacht enkele ogenblikken.
Wacht enkele ogenblikken.
Wacht totdat het proces is voltooid.
- 116 -
Meer info
pagina 101
pagina
34,
pagina 52
-
-
pagina 32
-
-
-
pagina 25
-
-
-
-
-
-
pagina 25
-
-
-
Advertenties
Inhoudsopgave
