Probleem
De printer begint
niet met de
verwerking, ook
al hebt u het
vastgelopen papier
verwijderd.
Het papier raakt
Het papier is vochtig of heeft een
gevouwen of
statische lading.
gekreukeld.
Het papier is licht.
Het papier wikkelt
De papiergewicht- en
zich rond de rollen
papiersoortinstellingen zijn niet juist.
in de fuser.
Het papier is licht.
Er bevindt zich een afbeelding of
tekst op de voorste rand van het
papier.
Apparaatproblemen
Probleem
U hebt de printer
Het netsnoer is ontkoppeld.
ingeschakeld, maar
er wordt niets
De stroom is uitgevallen.
weergegeven op
het scherm.
De printer werkt
Het netsnoer is niet goed
niet.
aangesloten.
De printer is uitgeschakeld.
De printer is automatisch
uitgeschakeld door de functie voor
automatisch uitschakelen.
De printer reageert niet.
Te controleren aspecten
-
Te controleren aspecten
Oplossing
Open en sluit de kap aan de
bovenzijde.
Gebruik papier dat is bewaard
bij de juiste temperatuur en
vochtigheidsgraad.
Druk op de knop <ENTER> en
selecteer vervolgens [Menus]
> [cassetteconfiguratie] >
[Config (naam van de cassette)]
> [Papiergewicht].
Geef vervolgens een lichter gewicht
op.
Druk op de knop <ENTER> en
selecteer vervolgens [Menus]
> [cassetteconfiguratie] >
[Config (naam van de cassette)]
> [papiersoort] /
[Papiergewicht]. Geef vervolgens
de juiste waarden op.
Of geef een zwaarder gewicht op in
[Papiergewicht].
Gebruik zwaarder papier.
Voeg aan de voorste rand van het
papier een marge toe.
Voor dubbelzijdig afdrukken gebruikt
u een marge in de voorste en
achterste rand.
Oplossing
Schakel de printer uit en sluit
vervolgens het netsnoer goed aan.
Controleer of er stroom wordt
geleverd aan het stopcontact.
Sluit het netsnoer goed aan.
Schakel de printer in.
Schakel de functie voor automatisch
uitschakelen uit.
Houd de aan-uitschakelaar langer
dan 5 seconden ingedrukt om de
printer geforceerd uit te schakelen.
- 115 -
Andere problemen
Meer info
-
pagina 58
pagina 58
3
pagina 58
-
-
Meer info
-
-
-
pagina 24
pagina 79
-