Inhoudsopgave
Advertenties
3. Sluit het geïsoleerde uitblaaskanaal en de geïsoleerde dakdoorvoer aan op de
uitgaande lucht aansluiting van de Spaarpomp. Gebruik hiervoor de
meegeleverde nisbussen. Zorg dat de aansluiting luchtdicht is.
4. Tips en aanbevelingen bij het aanleggen van ventilatiebuizen
Leg het ventilatiesysteem zodanig aan dat er zo min mogelijk weerstand in de
kanalen ontstaat. Hiermee voorkom je onnodig energieverbruik en
geluidsproductie. Gebruik zo min mogelijk flexibele leidingen. Plaats waar
mogelijk Ø150 mm kanalen.
Hiervoor hebben wij de volgende tips en aanbevelingen:
• Vermijd scherpe overgangen of scherpe bochten.
• Gebruik 2 bochten van 45° in plaats van 1 bocht van 90°.
• Gebruik ronde en gladde bochten.
• Gebruik afzuigventielen met een drukval tussen 10 en 20 Pa.
• Het gebruik van flexibele geluiddempers is wel toegestaan en wordt geadviseerd.
Pas deze echter alleen toe in de rechte positie, gebruik deze niet als flexbele
aansluiting.
• Vermijd indien mogelijk het gebruik van rechthoekige instortkanalen, tenzij
aangetoond is dat de drukval van de overgang naar rond
61 geeft hier kwaliteitseisen over.
8.2
AANSLUITEN OP DE CV-INSTALLATIE
Waarschuwing!
6
Houd je altijd aan de specifieke voorschriften van de cv-ketel. Neem bij
twijfel contact op met Inventum of de leverancier van de cv-ketel.
Waarschuwing!
6
Gevaar voor elektrische schok en/of verbranding. Maak de cv-ketel
spanningsloos.
Waarschuwing!
6
Gevaar voor verbranding. Zorg dat na het spanningsloos maken het
water in de cv-installatie voldoende is afgekoeld.
Let op!
2
Gebruik geen dynamische inregelkranen in het afgiftesysteem om
hydraulische problemen te voorkomen.
Spoel voordat je de Spaarpomp aansluit eerst de cv-installatie door.
28
10 Pa is. ISSO publicatie
≤
Advertenties
Inhoudsopgave
