te werken.
Sensoren: Tik om de IMU- en kompasstatussen te bekijken en begin indien noodzakelijk met kalibreren.
Accu: Tik hierop om de accugegevens te bekijken, zoals de status van de accucel, het serienummer
en het aantal keren opladen.
GEO-zone ontgrendelen: Tik hierop om informatie over het ontgrendelen van GEO-zones weer te geven.
De functie Find My Drone gebruikt de kaart bij het vinden van de locatie van de drone op de grond.
Geavanceerde veiligheidsinstellingen omvatten de gedragsinstellingen voor de drone wanneer signalen
van de afstandsbediening wegvallen en het stoppen van de propellers tijdens de vlucht in noodgevallen.
Het gedrag van de drone wanneer signalen van de afstandsbediening wegvallen, kan worden
ingesteld op Terug naar thuisbasis, Dalen of Zweven.
'Emergency only' (Alleen noodgeval) geeft aan dat de motoren halverwege de vlucht alleen in een
noodgeval kunnen worden gestopt, bijvoorbeeld bij een botsing, een vastgelopen motor is, de drone
in de lucht rolt of de drone onbestuurbaar is en snel stijgt of daalt. 'Altijd' (Anytime) geeft aan dat de
motoren op elk gewenst moment halverwege de vlucht kunnen worden gestopt zodra de gebruiker
een combinatie-stickopdracht (CSC) uitvoert.
Als u de motoren tijdens het vliegen uitschakelt, zal de drone neerstorten.
Besturing
Drone-instellingen: Meeteenheden instellen.
Scannen van personen: De drone detecteert automatisch personen wanneer het scannen van
personen is ingeschakeld.
Instellingen voor de gimbal: Tik hierop om de gimbalmodus in te stellen, naar geavanceerde
instellingen te gaan, kalibratie van de gimbal uit te voeren en de gimbal opnieuw te positioneren of
naar beneden te kantelen.
Instellingen voor de afstandsbediening: Tik hierop om de functie van de aanpasbare knop in te
stellen, de afstandsbediening te kalibreren, de joystickmodi te wisselen (modus 1, modus 2, modus
3 of aangepaste modus) of de geavanceerde instellingen van de afstandsbediening in te stellen.
Vlieginstructie voor beginners: Bekijk de vlieginstructie.
Verbinden met de drone: Tik hierop om de koppeling te starten als de drone niet aan de
afstandsbediening is gekoppeld.
Camera
Parameterinstellingen van de camera: Geeft verschillende instellingen weer volgens de opnamestand.
Algemene instellingen: Tik hierop om histogram, waarschuwing voor overbelichting, piekniveau,
rasterlijnen en witbalans in te stellen.
Opslaglocatie: De beelden kunnen worden opgeslagen op de interne opslag van de drone of
op een microSD-kaart. Interne opslag en microSD-kaarten kunnen worden geformatteerd. De
beelden die zijn gedownload naar de interne opslag van de drone of microSD-kaart kunnen worden
gesynchroniseerd met het mobiele apparaat van de gebruiker en de instellingen voor maximale
videocache-capaciteit kunnen ook worden aangepast.
Camera-instellingen opnieuw instellen: Tik om de cameraparameters terug te zetten naar de
standaardinstellingen.
Transmissie
Er kan een livestreamingplatform worden geselecteerd om de cameraweergave in realtime uit te zenden.
De frequentieband en kanaalmodus kunnen ook worden ingesteld in de transmissie-instellingen.
Informatie
Bekijk apparaatgegevens, firmwaregegevens, app-versie, accuversie en meer.
8. Opnamestanden
Foto: Single, Burst Shooting, AEB, 48 MP en getimede opname.
Video: Normaal, slow motion. Digitale zoom wordt ondersteund in normale videomodus.
MasterShots: Selecteer een onderwerp. De drone neemt op terwijl het verschillende manoeuvres
achter elkaar uitvoert en het onderwerp in het midden van het beeld houdt. Na afloop zal een korte
DJI Mini 3 Pro Gebruikshandleiding
©
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
55