Inhoudsopgave
Advertenties
Problemen oplossen
Probleem
De batterijen worden
De batterijen zijn verkeerd in de
niet opgeladen met
batterijoplader geplaatst.
een los verkrijgbare
Slecht elektrisch contact tussen de
batterijoplader.
batterijen en de oplader.
De contactpunten van de batterij zijn
niet schoon.
De levensduur van de batterijen is
voorbij.
De opnamen zijn
De camera is bewogen tijdens het
vaag of onscherp.
maken van de opname.
De functie Autofocus functioneert niet
goed wegens een obstakel voor het AF-
hulplicht.
Het AF-hulplicht is ingesteld op [Uit].
Het onderwerp bevindt zich buiten het
focusbereik van de camera.
Het is lastig om scherp te stellen op het
onderwerp.
102
Oorzaak
Oplossing
Plaats de batterijen op de juiste manier in de
batterijoplader.
Zorg dat de batterijen goed en stevig in de
batterijoplader liggen.
Controleer of het netsnoer correct is aangesloten op
de batterijoplader en goed in het stopcontact zit.
Maak de contactpunten van de batterij schoon met
een droge doek voordat u de batterij oplaadt.
Vervang beide batterijen door nieuwe.
Zorg dat de camera niet wordt bewogen tijdens het
fotograferen.
Let erop dat u de lichtbron niet blokkeert met uw
vinger of een ander object.
Zet de instelling voor het [AF-hulplicht] op [Aan]
(p. 57).
Zorg dat de afstand tussen cameralens en onderwerp
ten minste 20 cm bedraagt.
Gebruik de macromodus om close-ups te maken met
een afstand van 5 tot 20 cm van de lens.
Wanneer het onderwerp zich op grote afstand van de
camera bevindt, moet u de camera instellen op de
modus Oneindig.
Zet de focus vast (zie De focus vastzetten (p. 63)).
Advertenties
Inhoudsopgave
