Installeren, instellen en configureren
5
Verbind uw mobiele apparaat met het draadloze netwerk van de printer.
6
Ga terug naar de applicatie en tik vervolgens op Wi-Fi-verbinding instellen
7
Selecteer een Wi-Fi-netwerk en typ vervolgens het netwerkwachtwoord.
8
Tik op Gereed.
De printer verbinden met een draadloos netwerk met Wi-Fi Protected
Setup (WPS)
Controleer het volgende voor u begint:
•
Het toegangspunt (draadloze router) is gecertificeerd voor WPS of compatibel met WPS. Raadpleeg voor
meer informatie de documentatie die bij het toegangspunt is geleverd.
•
Er is een draadloze netwerkadapter in de printer geïnstalleerd. Raadpleeg de instructies bij de adapter voor
meer informatie.
•
Actieve adapter is ingesteld op Automatisch. Selecteer in het startscherm Instellingen > Netwerk/poorten
> Netwerkoverzicht > Actieve Adapter.
De methode met drukknop gebruiken
1
Tik in het startscherm op Instellingen > Netwerk/poorten > Draadloos > Wi‑Fi Protected Setup > Methode
met drukknop starten.
2
Volg de aanwijzingen op de display.
De methode met pincode gebruiken
1
Tik in het startscherm op Instellingen > Netwerk/poorten > Draadloos > Wi‑Fi Protected Setup >
Startmethode met pincode.
2
Kopieer de WPS PIN van acht cijfers.
3
Open een webbrowser en typ het IP-adres van het toegangspunt in de adresbalk.
Opmerkingen:
•
Raadpleeg voor meer informatie over het vaststellen van het IP-adres de documentatie die bij het
toegangspunt is geleverd.
•
Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan
worden geladen.
4
Open de WPS-instellingen. Raadpleeg voor meer informatie de documentatie die bij het toegangspunt is
geleverd.
5
Voer de pincode van acht cijfers in en sla de wijzigingen op.
46