Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Lexmark CS510 Naslaggids
Verberg thumbnails Zie ook voor CS510:

Advertenties

Naslagkaart
Omgaan met de printer
Bedieningspaneel van de printer
gebruiken
1
7
6
Onderdeel
Tot
1
Display
Status van de printer weergeven.
De printer configureren en bedienen.
2
Knop Start‐
Naar het startscherm gaan.
scherm
3
Toetsenblok
Cijfers, letters of symbolen invoeren op de printer.
4
Slaapknop
De slaapstand of sluimerstand inschakelen.
Opmerkingen:
Als u op een fysieke knop drukt, het bedienings‐
paneel van de printer aanraakt, een apparaat
aansluit op een USB‐poort, een afdruktaak
verzendt, of een reset uitvoert met de aan/uit‐
schakelaar, wordt de slaapstand van de printer
uitgeschakeld.
Als u op de slaapknop of de aan/uit‐knop drukt,
keert de printer terug uit de sluimerstand.
5
Knop Stoppen
Hiermee wordt elke activiteit van de printer gestopt.
of Annuleren
Onderdeel
6
indicatie‐
lampje
7
USB‐poort
Uitleg over de kleuren van de slaapknop
en de indicatielampjes
De kleuren van de slaapknop en indicatielampjes geven een bepaalde
2
3
4
printerstatus of ‐toestand aan.
Indicatielampje Printerstatus
Uit
Knippert groen
Brandt groen
Knippert rood
Lampje van slaapknop
5
Uit
Brandt oranje
Knippert oranje
Knippert oranje volgens een
langzaam patroon waarbij de
knop 0,1 seconde brandt en 1,9
seconde uit gaat.
Informatie over het startscherm
Als de printer wordt ingeschakeld, wordt op het display een
basisscherm weergegeven. Dit wordt het startscherm genoemd. U kunt
met de knoppen en pictogrammen op het startscherm een actie
starten.
Opmerking: Het startscherm van uw apparaat kan er anders uitzien,
afhankelijk van de aangepaste instellingen, beheerdersinstellingen
en actieve ingesloten oplossingen.
Tot
De status van de printer controleren.
Een USB‐ of flashstation aansluiten op de printer.
Opmerking: alleen de USB‐poort aan de voorzijde
ondersteunt flashstations.
De printer is uitgeschakeld of de sluimerstand van de printer
is actief.
De printer is bezig met opwarmen, met het verwerken van
gegevens of met afdrukken.
De printer staat aan, maar is niet actief.
De printer vereist interventie door de gebruiker.
Printerstatus
De printer is uitgeschakeld, niet actief of staat
in de stand Gereed.
De printer bevindt zich in de slaapstand.
De sluimerstand van de printer wordt in‐ of
uitgeschakeld.
De sluimerstand van de printer is actief.
1
1
2
3
6
7
8
Knop
Functie
1
Taal wijzigen
De hoofdtaal wijzigen van de printer.
2
bladwijzers
Een verzameling met bladwijzers (URL's) maken,
indelen en opslaan in een structuurweergave met
mappen en bestandskoppelingen.
Opmerking: De structuurweergave bevat geen
bladwijzers die in Formulieren en favorieten zijn
gemaakt en de bladwijzers in de structuurweergave
kunnen niet in Formulieren en favorieten worden
gebruikt.
3
Wachttaken
Alle huidige wachttaken weergeven.
4
USB
Foto's en documenten weergeven, selecteren of
afdrukken vanaf een flashstation.
Opmerking: dit pictogram wordt alleen weerge‐
geven als u terugkeert naar het startscherm terwijl
een flashstation of geheugenkaart is aangesloten
op de printer.
5
Menu's
Printermenu's openen.
Opmerking: Deze menu's zijn alleen beschikbaar als
de printer in de stand Gereed staat.
6
Statusbalk
Hiermee wordt de huidige status van de printer
weergegeven, zoals Gereed of Bezig.
De status van de printersupplies weergeven.
Interventieberichten weergeven en de aanwij‐
zingen om deze op te lossen.
4
5

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Lexmark CS510

  • Pagina 1 Onderdeel Naslagkaart indicatie‐ De status van de printer controleren. lampje USB‐poort Een USB‐ of flashstation aansluiten op de printer. Omgaan met de printer Opmerking: alleen de USB‐poort aan de voorzijde ondersteunt flashstations. Bedieningspaneel van de printer Uitleg over de kleuren van de slaapknop gebruiken en de indicatielampjes De kleuren van de slaapknop en indicatielampjes geven een bepaalde...
  • Pagina 2: Knoppen Op Het Aanraakscherm Gebruiken

    Knoppen op het aanraakscherm Knop Functie Raak gebruiken Status/supplies Naar links bladeren. • Een waarschuwing of foutbericht weergeven als er een handeling moet worden uitgevoerd om ervoor te zorgen dat de printer kan doorgaan met Opmerking: Het beginscherm kan er anders uitzien, afhankelijk van verwerken.
  • Pagina 3 Opmerking: Stel de geleider in op de juiste positie met behulp Papier plaatsen in de lade voor 250 en Als het papier langer is dan het Letter‐formaat, drukt u op de lengtegeleider aan de achterkant van de lade en verschuift u deze van de aanduiding voor papierformaat onder in de lade.
  • Pagina 4: Papier In De Lade Voor 650 Vel Plaatsen

    Opmerking: Als u verschillende soorten of formaten papier in Plaats de papierstapel met de aanbevolen afdrukzijde naar boven. De universeellader vullen een papierlade gebruikt, kan dit leiden tot storingen. Druk de hendel van de universeellader naar links. Papier in de lade voor 650 vel plaatsen De duolade voor 650 vel (Lade 2) bestaat uit een lade voor 550 vel en een geïntegreerde universeellader voor 100 vel.
  • Pagina 5 • Plaats papier, karton en transparanten met de aanbevolen afdrukbare zijde naar beneden en met de bovenrand naar voren in de printer. Controleer de indicatie voor de maximale stapelhoogte en tab. Opmerking: Zorg dat de stapel met papier of speciaal afdrukmateriaal niet uitkomt boven de aanduiding voor de maximale stapelhoogte op de papiergeleiders.
  • Pagina 6: Een Aangepaste Naam Maken Voor Een Papiersoort

    Let op—Kans op beschadiging: Het papier in de lade moet • Afdrukzijde omhoog als u dubbelzijdig (duplex) wilt afdrukken overeenkomen met de naam van de papiersoort die op de printer is Opmerking: Er zijn verschillende manieren om briefhoofdpapier toegewezen. De temperatuur van het verhittingsstation is afhankelijk te plaatsen, afhankelijk van de afdrukmethode.
  • Pagina 7 Een aangepaste papiersoortnaam toewijzen Voor Windows-gebruikers • Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden Open het gewenste bestand en klik op File (Bestand) >Print geladen. Embedded Web Server gebruiken (Afdrukken). Klik op Instellingen >Afdrukinstellingen >Menu Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen.
  • Pagina 8: Papierstoringen Verhelpen

    Klik op Verzenden. Papierstoringen verhelpen Het bedieningspaneel van de printer gebruiken Blader in het beginscherm naar: [x] pagina's vastgelopen, maak standaardlade leeg. >Instellingen >Afdrukinstellingen >Menu Instellen Selecteer in de lijst voor printergebruik Max Speed (Max. snelheid) Pak het vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trek het of Max Yield (Max.
  • Pagina 9 Houd de klep naar beneden gedrukt en verwijder het vastgelopen papier. Druk op het bedieningspaneel van de printer op om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Selecteer bij Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. modellen zonder aanraakscherm de opties Volgende >Verhelp de storing, druk op OK en druk op om te bevestigen.
  • Pagina 10 Sluit de voorklep. Pak het vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer. Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. Druk op het bedieningspaneel van de printer op om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Selecteer bij Pak het vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trek het modellen zonder aanraakscherm de opties Volgende >Verhelp de voorzichtig uit de printer.
  • Pagina 11 [x] pagina's vastgelopen, maak [x] pagina's vastgelopen, maak Plaats opnieuw papier in de universeellader. handmatige invoer vrij. universeellader vrij Trek de standaardlade voor 250 vel (lade 1) en de handmatige Druk op de papierontgrendelingshendel in de universeellader en invoer naar buiten. verwijder het vastgelopen papier voorzichtig uit de universeellader.
  • Pagina 12 Schuif de papiergeleider voorzichtig tegen de linkerzijde van de papierstapel. Druk op het bedieningspaneel van de printer op om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Selecteer bij modellen zonder aanraakscherm de opties Volgende > >Verhelp de storing, druk op OK >...

Inhoudsopgave