11.2 Toepassing gebruiken
11.2.1 Aantal stuks bepalen
Vooraleer het mogelijk wordt om het aantal elementen met de weegschaal te bepalen,
dient het afzonderlijke stukgewicht (het eenheidsgewicht) de zogenaamde
referentiewaarde te worden bepaald. Hiervoor dient men een bepaald aantal getelde
elementen op te leggen. De weegschaal bepaalt het totale gewicht en wordt het
vervolgens door aantal stuks zgn. aantal referentiestuks gedeeld. Vervolgens wordt,
op grond van berekend afzonderlijk gewicht de bepaling van het aantal stuks
uitgevoerd.
• Hoe groter het referentieaantal hoe preciezer het tellen.
• Bij kleine en zeer verschillende elementen moet de referentiewaarde
respectievelijk groot zijn.
• Minimale massa van getelde onderdelen, zie tabel „Technische gegevens"
Uitvoering:
1. Referentiewaarde bepalen
Aantal referentiestuks 5, 10, 20 of 50
Indien nodig een container plaatsen en de weegschaal tarreren.
Aantal gewenste referentiestuks opleggen.
De toets TARE drukken en ingedrukt houden tot het eerste menupunt <ref>
verschijnt.
Met de toets bevestigen.
Met de navigatietoetsen , het aantal referentiestuks (5, 10, 20, 50) kiezen die met
de gelokaliseerde referentiebelasting overeenkomt en met bevestigen.
De gemiddelde massa van een enkel onderdeel wordt door de weegschaal
aangegeven en vervolgens het aantal onderdelen wordt weergegeven.
De referentiebelasting afnemen. De weegschaal staat nu in de modus van bepalen
van aantal stuks en telt alle elementen samen die zich op het weegschaalplateau
bevinden.
Aantal van de door de gebruiker gedefinieerde referentiestuks:
Indien nodig een container plaatsen en de weegschaal tarreren.
Aantal gewenste referentiestuks opleggen.
De toets TARE drukken en ingedrukt houden tot het eerste menupunt <ref>
verschijnt.
Met de toets bevestigen.
Met de navigatietoetsen aantal referentiestuk <free> kiezen en met
bevestigen.
Het venster voor invoer van de numerieke waarde verschijnt.
Aantal referentiestuks invoeren en bevestigen, de waarde numeriek invoeren
zie 3.2.2.
FKB-BA-nl-2111
27